Reizigers
Een burger, een kruidenier en een wever ontmoeten elkaar. Na rustig bijgepraat te hebben over de grootte van hun stadhuizen en de traagheid van hun producties gaan ze samen zitten aan een tafel (van een kwaliteit 2).
De burger haalt drie broden tevoorschijn en een kan water. De kruidenier legt vier broden op tafel en een fles melk. De wever heeft niets te eten bij zich, maar gelukkig wel een kruik mede.
De drie heren eten vervolgens elk evenveel van de aanwezige broden. De burger en de kruidenier eten beiden eerst hun eigen brood en schuiven daarna zoveel naar de wever, dat ook hij een gelijk deel kan eten. Tijdens het eten drinken ze allemaal hun eigen drank op.
Als alles op is, staat de wever wat wankelig op en laat een flinke boer. Hij opent zijn buidel en laat zien dat er 700 daalders in zitten. Vervolgens denkt hij diep na. De burger en de kruidenier moeten beiden een eerlijke vergoeding krijgen ter compensatie voor de broden die de wever gegeten heeft. Hoeveel geld moeten de burger en de kruidenier elk ontvangen?
Veel plezier met dit raadsel en voordat je de oplossing instuurt moet je de voorwaarden voor deelname nog een keer goed lezen.
|
©Groot Miek
Deze week zullen we wederom 3 willekeurige inzenders belonen met een "Steen der Wijzen".
Leopold de Dappere (deel 2)
Iets verder het bos in hoorde ik opeens geluiden: geritsel, gegrom. Mijn hart begon sneller te kloppen, ik wist dat ik de wolven had gevonden!
Snel keek ik rond, want ik moest iets doen. Kon ik de wolf aan? Zou ik vluchten? Indien ik zou vluchten was ik in de eerste plaats voor niets gekomen, dus ik besloot te blijven. Maar zonder een wapen kon ik die wolf toch niet aan.
Veel tijd kreeg ik niet voor meer van zulke overpeinzingen, wanneer plots twee gele ogen boven een lange grijze snuit tevoorschijn kwamen uit het struikgewas en het gegrom duidelijker werd. Waarlijk! Het was een afschuwelijk beest van ongehoorde proporties. Dikke poten met zichtbare klauwen, een forse rug die kracht uitstraalde, kwijl dat hing vanuit rijen tanden en het dreigende geluid van het rollende gegrom. Mijn naam was plots niet meer de Dappere, want ik geef toe dat een diepe angst uit mijn ziel losbrak.
Die angst voedde de wolf, hij rook het en genoot ervan. Hij wilde meer en sprong recht op me af. Mijn paard kon het niet meer houden en steigerde, mij van zijn rug werpend; het vertikte nog langer te blijven in de aanwezigheid van de wolf en vluchtte in een wilde galop. Ik denk dat de wolf en slag van de hoeven had gekregen, want ietwat verdwaasd zette hij noch de achtervolging in, noch viel hij mij aan. Ik, vanaf de grond, keek hem even aan met afgrijzen, rolde me om en probeerde recht op te gaan staan. Het was op dat moment dat ik iets zag liggen in het struikgewas: een paar laarzen, een bleke hand om een pistool en een hoed, kenmerkend voor een jager.
Snel prevelde ik een gebed voor God en wrong het pistool uit het koude, bloedeloze hand. Het gebed was niet zozeer voor mijzelf, maar voor de kogel, biddend dat die er nog was, want tijd om te herladen had ik niet. Ik richtte op de wolf en haalde de trekker over. Blij was ik wanneer het kruit ontplofte en een straal bloed uit de vacht van de wolf gutste. Tot dusver overleefde ik dit.
Maar een gehuil dat ging door merg en been zei me niet al te trots te zijn op mezelf. Ik was op hun territorium, had geen paard en was ver af van de stad. Ja, in hoezeer God me welgezind was in het doden van de wolf, zo ongunstig was het lot nu, want drie andere wolven deden hun intrede vanuit het struikgewas. Opmerkelijk was dat ze vele kleiner waren, anders van kleur en amper vijandig deden. Hoe fors en gemeen de dode wolf was, hoe onderdanig deden dezen.
Toen vertrokken ze weer en werd alles duidelijk voor mij. Ik had hun leider, het alfa mannetje gedood. Ik had mezelf superieur getoond aan hun sterkste lid, en aldus gaven zij het op om zich te elders te gaan vestigen.
Onder applaus en een regen van bloemen werd ik onthaald in het dorp. De vroege terugkomst van het krijgshoofd had de stad doen wanhopen. Maar ze juichten, spraken me toe en scandeerden mijn naam wanneer ik met de dode wolf op mijn rug door de stadspoort liep. Ik kreeg een onderscheidingsoorkonde van de burgemeester. Het krijgshoofd werd ontslagen met een fikse boete waarmee een nieuwe werd aangesteld aan het hoofd van een nieuwe groep jagers, die de gevallenen moest vervangen. Lange tijd waren er geen wolven meer en tweemaal zo lang blijft mijn naam bekend in de stad en omliggende dorpen als Leopold de Dappere die de wolf doodde
© Pien & Hoogdonck
|
|
Oplossing van vorige week
De juiste oplossing was:
Neem uit de ton met het etiket "appels en peren" een stuk fruit.
Als het een appel is , komt die uit de ton met enkel appels (alle etiketten zijn fout geplakt).
Dan kan de ton met etiket "peren" niet enkel appels bevatten.
En aangezien elk etiket verwisseld is, kan de ton "peren" niet enkel peren bevatten. Dus moet die ton met etiket "peren" wel de ton met zowel appels als peren zijn, en de ton met het "appel"etiket de ton met enkel peren zijn.
Als het een peer is , is de uitwerking gelijkwaardig (dus de ton met "peren"etiket bevat zowel appels als peren, en de ton met "appels" bevat enkel peren).
Goede inzenders:
Velen hadden als antwoord dat de knechten maar vals moesten spelen, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling. Jullie waren allemaal wel heel erg vinding rijk!
Alles bij elkaar heb ik toch 15 goed antwoorden ontvangen.
|
De 'Steen der wijzen' gaat naar de 3 winnaars:
Groot Miek
Danaän
lixworld
Gefeliciteerd!
![](http://www.kapi-regnum.de/tagblatt-bilder/pixeliopics/kleeblatt.jpg)
Mop
Een voetballer staat na de wedstrijd onder de douche met een paraplu.
vraagt een medespeler: "waarom doe je dat?"
"Omdat ik mijn handdoek ben vergeten."
©Chanovila
|