Editie 9 | Bladzijde 2 25. nov 2007 AD
<<< vorige volgende >>>


Inhoud



- Raadsel











Schrijf Wedstrijd




Een werkkamer vol met rollen papier. Balansen, inkoopprijzen, marktwaarden. Wachtend op nieuwe handel zit je als handelaar vaak even voor je uit te staren. Door het raam klinken de geluiden van de harde buitenwereld. Van de marktkooplui zijn de sappigste verhalen te horen over moord, oorlog en complotten. Zelf maak je ook wel het een en ander mee op de slecht begaanbare wegen van stad naar stad. Opeens heb je het! Je pakt je veer, doopt hem in wat verse inkt en begint te schrijven...

Schrijf mee aan het verhaal over Kapi Regnum! Elke week zal er een hoofdstuk gepubliceerd worden in ons dagblad. Stuur je verhaal naar 'Handelsburcht'. met als titel 'Schrijfwedstrijd'. Lukt het jou om het spannendste, grappigste, origineelste verhaal te schrijven? Dan wordt jouw verhaal gepubliceerd in ons dagblad en ontvang je bovendien een oorkonde!

Let even op:

  • Alleen correct Nederlands, dus let op spelling en grammatica!
  • Om een beetje de lengte aan te geven: tussen de 400 en 800 woorden zou mooi zijn.
  • Het verhaal moet aansluiten op de eerdere hoofdstukken. Het verdient aanbeveling af en toe wat dingen 'op te halen' uit eerdere gebeurtenissen, terug lezen kan hier
  • Nieuwe hoofdstukken kun je insturen tot zaterdag avond 23.59. Later ingestuurde hoofdstukken worden niet meer behandeld.
  • Insturen naar Handelsburcht


    Hoofdstuk 2: Herinneringen opnieuw beleefd.

    Xaver had bij het verlaten van het kasteel van de Prins zijn willekeur een weg naar het westen laten kiezen. Maar des te langer dat hij en zijn nicht Xena onderweg waren, werd hij des te vastberadener. De omgeving leek zelfs bekend voor te komen. Daar, die boom, is dat niet eens een werktuig van plezier geweest. Vaag kwamen beelden tot hem van klimpartijen, speelkameraadjes en ook wat tranen. ‘Besef je waar we zijn, neef?’ vroeg Xena.
    Xaver schudde zijn hoofd. Hij wist dat hij hier ooit geweest was, maar kon er z’n vinger niet opleggen. Het was als een gladde vis, die steeds je vuist ontkwam. ‘Thuis, Xaver,’ zei Xena met een zucht va opluchting. Alsof dat woord bij haar zoveel betekenis had dat het zoveel denken van haar vergde dat ze niet meer kon uiten.
    Xaver glimlachte …
    ‘Ja, dit is thuis.’ Snel keek hij rond. De weg, de weiden, de bomen, de samenkomst van twee beekjes, … het viel allemaal op z’n plaats. Zijn kinderlijke herinneringen werden ervaren door zijn nieuwe volwassen gewaarwording. Alles was nieuw, maar toch anders.
    ‘We zijn ouder geworden, Xena. Wij zijn veranderd.’
    ‘Zo ook de streek. Die is ook gegroeid en veranderd.’

    Ze reden verder. De paarden die ze van de stalknechten van de Prins hadden gekregen waren echt prachtige beesten met veel uithoudingsvermogen. Bijna automatisch dacht Xaver aan hun waarde in een oorlog maar dwong zichzelf van die gedachten.
    ‘Kijk, het … dorp.’
    Of wat er althans van overbleef. Xena’s aarzeling toonde het al aan. Het dorp waarin ze waren opgegroeid was eerder een ruïne dan hetgeen waarin ze waren geboren.
    Ze hielden op het dorpsplein halt en trokken hun paarden aan de teugels verder. ‘Het is niet alleen onze plicht, maar ons lot om de heropbouw van ons land te beginnen bij de heropbouw van ons eigen dorp,’ zei Xena plechtig.
    Ze keek met een harde blik naar Xaver. Ze probeerde hem daarmee duidelijk te maken dat dit niet onder discussie stond. Hier moest het gebeuren, en nergens anders. Hier, waar ze hun verleden hadden achtergelaten, waar hun basis lag.
    Xaver stemde zwijgend in.

    Het eerste wat ze bouwden was een huis. Gelukkig was de voorraadschuur voldoende gevuld met hout, stenen, werktuigen, water en zelfs onbeschimmelt voedsel. Dit deed hen vaster staan in hun besluit. Bovendien betekende dit dat er nog steeds mensen naar het dorp kwamen, al waren ze blijkbaar niet genoeg georganiseerd. Het lawaai van de werken aan het huis trok de mensen uit hun armzalige woningen die bestempeld kunnen worden als krotten. Ze dromden samen en vragen met luide stemmen wie ze waren en wat ze kwamen doen.
    Xaver nam meteen het woord en sprak als volgt:
    ‘Beste mensen, wij, Xaver en Xena van Mercia, zijn Gezellen onder de Prins en door hem gestuurd om het land opnieuw op te bouwen. Wij zijn gekomen om u te leiden. Woon in de huizen die wij bouwen, werk in de bedrijven die wij oprichten, maak en verkoop wat wij u opdragen te maken en verkopen. En zo zal het beginnen …’
    Xaver sprak zo mooi en retorisch dat het volk onder de indruk was.
    ‘Nieuw-Mercia begint hier,’ eindigde hij zijn toespraak.
    © Hoogdonck










  • Inhoud









    Andere links:
    -Impressium (Komt nog)


    <<< vorige Weekblad Archief volgende >>>