Editie 14 | Bladzijde 3 6. jan 2008 AD
<<< vorige volgende >>>


Inhoud


Zondag 6 januari.
Het eerste (dubbeldikke) dagblad van het nieuwe jaar! Vanwege alle uitbreidingen misschien even zoeken naar je favoriete rubriek...


- Voorpagina
Op de voorpagina vind je de Beursweek, Zaragoza Review en Het Onderschrift

- Pagina 2
Op de tweede pagina vind je alles over de Competitie, Het Interview en Bigmamma's Kookhoek (nieuw!)

- Pagina 3
Op de derde pagina vind je alles over het Raadsel van de Week en ook de rubriek Ingezonden Stukken

- Pagina 4
Op de vierde pagina dan De Troubadour, De schrijfwedstrijd en het nieuwste hoofdstuk van het verhaal!

- Pagina 5
Op de vijfde (hele nieuwe) pagina vind je Het Hoekje van Chanovila (nieuw!), iets over Beloning voor nieuwe leden en Updates van het spel

- Pagina 6
En tot slot staat op de zesde pagina (jaja, dat wordt even doorbladeren!) Dahantes Rubriek en Het Achterbladverhaal van Minsk



Het raadsel van de week


Elke week verschijnt er in het dagblad een nieuw raadsel. De oplossing van het raadsel vergt over het algemeen enig hersenkraken, we zullen niet zo snel een flauw antwoord verwachten. Mocht je achter het antwoord zijn gekomen, stuur het dan op naar de redactie en maak kans op een van de drie Stenen der Wijzen die we elke week verloten onder de juiste inzendingen.

Het juiste antwoord zal altijd de daarop volgende week in het dagblad gepubliceerd worden, samen met de winnaars van de Stenen der Wijzen. Over deze uitslag is geen correspondentie mogelijk

Let op de voorwaarden om mee te doen:
  • Sluitdatum zaterdag om 23:59
  • Slechts ÉÉN oplossing per stad.
  • Insturen naar Tranqer
  • Het woord 'Oplossing' in het veld 'Onderwerp' bij je bericht


Het donkere bos



De hele dag hebben vier vriendelijke houthakkers samen hout gehakt in het bos. De stoere verhalen over hoe dapper ze wel niet zijn en hoe hard ze wel niet hout kunnen hakken zijn niet van de lucht.

Omdat de stad steeds meer hout gebruikt, moeten ze steeds verder lopen voordat ze goede stammen tegenkomen om te hakken. Het is ondertussen zo erg, dat de zon al onder is voordat de houthakkers terug naar huis kunnen. Ze besluiten een stuk van de route af te snijden maar staan dan opeens tegenover een eng en donker stuk bos.

De vier kleine dikke houthakkertjes kijken elkaar aan en opeens blijkt dat ze niet zo dapper zijn als hun verhalen hadden doen vermoeden. Ze moeten door het bos naar de andere kant, maar ze durven er alleen doorheen met een lampje bij zich.

Ze hebben natuurlijk maar een lampje bij zich. En dit lampje geeft maar genoeg licht voor twee houthakkers.

Er wordt besloten om zo snel mogelijk heen en weer te rennen. Maar de houthakkers kunnen bovendien niet allemaal even snel sprinten. De eerste legt het stuk af in 1 minuut, een ander in 2 minuten, een 5 minuten en een in 10 minuten.

Wat is de snelste tijd waarin de houthakkers aan de andere kant van het bos kunnen komen, als ze hun oversteek goed voorbereiden en hoe moeten ze dat dan doen?






Oplossing vorige week



Vorige week vertelden we over de avonturier die op zoek was naar een betoverd zwaard. Aan het eind van zijn tocht moest hij uit 9 gelijk uitziende zwaarden het betoverde zwaard vinden, dat iets lichter woog, door slechts twee keer een balans te gebruiken. Hier volgt de oplossing:

1. Weeg drie zwaarden tegen drie zwaarden.
Als een drietal lichter is dan de andere, zit daar het betoverde zwaard bij. Als beiden drietallen even zwaar zijn, zit het betoverde zwaard bij de overgebleven drie.

2. Weeg van de drie zwaarden waar de betoverde tussen zit,
een zwaard tegen een ander zwaard.
Als er een zwaard lichter is, is dat het betoverde zwaard.
Als beide zwaarden even licht zijn, is het betoverde zwaard het overgebleven, nog niet gewogen, zwaard!

Op deze en alleen deze manier vind je gegarandeerd in twee keer wegen het betoverde zwaard. Als je het zo naleest, is het zo duidelijk als wat, maar bedenk het zelf maar eens!

Deze drie wisten het in ieder geval goed uit te leggen en winnen alledrie een (even zware) Steen der Wijzen!

  • mldksqjf
  • Zin City
  • Waterlander


  • Gefeliciteerd!






    Ingezonden stukken

    Een af en toe terugkerende rubriek. In hele wisselende hoeveelheden krijgen wij copy binnen voor de krant. Sommige dingen zijn wel leuk maar ongepast voor het dagblad, andere dingen zijn wel leuk maar kunnen niet direct geplaatst worden en sommige dingen zijn gewoon leuk en passend. Soms krijgen we ook gewoon helemaal niks extra's binnen, zoals deze keer. Daarom hieronder na enig zoeken een samenhangend stukje van scholieren.com over vuurwerk.
    Saai? Interessant? Lees maar!



    Het ontstaan

    Niemand weet precies waar en wanneer vuurwerk is uitgevonden. Waarschijnlijk bij toeval, doordat iemand per ongeluk salpeter morste (een chemische stof die vroeger wel eens gebruikt werd als vervanger van zout), tijdens het koken. Dat poeder viel in het houtvuur en begon enorm te knetteren.
    Eeuwenlang ging men er vanuit dat het de Chinezen waren die het vuurwerk hebben uitgevonden. Tegenwoordig denkt men dat het Chinese vuurwerk is voortgekomen uit een vroegere ontdekking in Bengalen, het tegenwoordige Bangla Desh. De naam Bengaals vuurwerk doet ons hier nu nog aan denken.
    Hoe dan ook, in China gebruikte men al 2000 jaar geleden vuurwerk. Het werd gebruikt voor feesten, maar ook omdat men dacht dat de knallen boze geesten weg zouden jagen. Het heeft heel wat eeuwen geduurd voordat ook Europa van het bestaan van vuurwerk afwist.
    Salpeter werd in Azië altijd al als een onderdeel van buskruit gebruikt. De Chinezen gebruikten dit samen met zwavel als een soort van lucifers. (In zwavel gedoopte stokjes). Dit deden ze al in de zesde eeuw na Christus. Pas in de dertiende eeuw kwam deze kennis via de Arabische wereld in Europa terecht. Via Italië en Duitsland bereikte deze kennis uiteindelijk Nederland.

    Europa ontdekt het buskruit

    Bij ons is vuurwerk pas sinds de middeleeuwen bekend. In de 14de eeuw maakt een Duitse monnik, Berthold Schwarz, een mengsel van enkele scheikundige stoffen waardoor een deel van het klooster de lucht in vloog. Vele geschiedkundigen zijn het erover eens dat hij , evenals de Chinezen, de juiste verhouding ontdekte tussen de stoffen salpeter, zwavel en koolstof en alzo buskruit maakte. We kunnen dit alleen nooit kunnen bewijzen, want alles is ontploft.

    Buskruit en oorlog

    Buskruit werd het eerst gebruikt bij het vervaardigen van wapens. Tot dan was de kruisboog het machtigste wapen.
    De eerste keer dat er gebruik werd gemaakt van buskruit bij wapens was bij een Arabisch-Turks kanon. Dit werd in de 14de eeuw gemaakt. Het bestond uit een dikke houten pot die gevuld werd met buskruit. Het gat aan de bovenkant werd afgesloten met een ronde steen. Door een klein gaatje aan de zijkant kon men een brandende lont naar binnen steken waardoor de lading tot ontbranding kwam. De Europeanen verbeterden deze uitvinding. Ze maakten een primitieve mortier die vervaardigd was in ijzer en de vorm had van een wijnfles. Als projectiel werd geen steen maar een pijl gebruikt.

    Grote veranderingen

    De eerste grote verandering als gevolg van vuurwerk vond men dan ook in de manier van oorlogvoering. Omdat vuurwapens voorwerpen van een grotere afstand konden treffen dan pijlen, kwamen gevechten van man tegen man steeds minder voor. Met kanonnen kon men massieve projectielen afvuren waardoor verdedigingsmuren vernietigd konden worden. Bovendien kon een goed gericht schot uit een vuurwapen de beste middeleeuwse wapenuitrustingen doorboren zodat gepantserde ridders geen nut meer hadden. Ook de voorbereiding voor een oorlog werd anders. Om wapens te maken had je een ingewikkelde industrie nodig.
    Dank zij het buskruit werd de kolonisatie van Amerika mogelijk. Spaanse veldheren zoals Cortez en Pizarro slaagden er zonder veel problemen in hele Indiaanse stammen uit te moorden en aan hun gezag te onderwerpen omdat deze met primitieve pijl en boog moesten opboksen tegen de vuurwapens van de Spanjaarden.
    Ongeveer 200 jaar geleden werd scheikunde een echte wetenschap en toen ging de ontwikkeling van vuurwerk met sprongen vooruit. Nu kun je vuurwerk in alle soorten en maten kopen en hoef je geen expert te zijn om het af te steken.
    Over strijkers, rotjes, kanonslagen en dergelijke is in de vorige eeuwen niet veel bekend.

    Jaarwisseling

    Natuurlijk werd de jaarwisseling vroeger ook al wel gevierd mat vuurwerk, maar de gebruiken waren heel anders dan nu. Er werd wel veel lawaai gemaakt. Dat was nodig om de kwade geesten weg te jagen die tussen kerstmis en nieuwjaar volop in de lucht zweefden. Hoe harder het lawaai, hoe beter. Daarom werd er veel met vuurwapens in de lucht geschoten.
    In de loop van de 19e eeuw verdween het gebruik van buskruit op oudejaarsavond grotendeels. In de 20e eeuw kwam het volop terug.
    Tijdens de Duitse bezetting hoorde men knallen genoeg en piekerden de meeste mensen er niet over het nieuwe jaar met vuurwerk te begroeten. Pas rond 1965 kwamen rotjes, zevenklappers, vuurpijlen en gillende keukenmeiden weer in trek. Het afsteken van kanonslagen stond wel stoer, maar werd veelal beschouwd als uitsloverij. Na een half uurtje was alles weer bekeken.
    De Chinezen in Nederland deden er nog korter over. De uitvinders van het vuurwerk bouwden vroeg op de avond grote stellages op waar ze siervuurwerk op aanbrachten. Na de klok van 12 uur staken ze dit aan en binnen 10 minuten was alles voorbij.
    Natuurlijk las je toen in de krant ook over ongelukken, maar die kwamen niet vaak voor. Er werd niet geëxperimenteerd met eigen gemaakt vuurwerk en er waren geen dubieuze handelaren bij wie je al in oktober terecht kon voor onbetrouwbaar vuurwerk.
    Momenteel komt 90 % van het totale vuurwerkaanbod uit China. De rest uit diverse Europese landen.

    Hoe werkt vuurwerk?

    Je hebt vele soorten, maar een ding hebben ze allemaal gemeen: er zit kruit in dat ontploft. Zo’n ontploffing krijg je als je buskruit in een afgesloten buisje stopt en aansteekt. Er komt dan plotseling heel veel gas vrij, dat niet meer in dat kleine buisje past. Zit onder in het buisje een gat, dan spuit het gas eruit en stijgt het geheel op, net als bij een raket of een pijl. Zitten er in de bodem een paar kleine gaatjes in plaats van één grote, dan geeft dat een fluitend geluid, net als bij de dop van een fluitketel. Als je het buisje potdicht maakt, dan wordt de druk zo groot dat de hele boel uit elkaar spat, een explosie dus.
    Behalve buskruit kun je ook andere blokjes met chemische stoffen in dat buisje stoppen. Het brandende kruit steekt op zijn beurt die blokjes weer aan en die geven van die prachtige gekleurde vonken.

    Vuurwerklont

    Om het kruit aan te steken gebruik je het lont. Die geeft je nog even de tijd om te maken dat je wegkomt, voordat de zaak in de lucht gaat. Zo’n lontje brandt razendsnel: de aansteektijd van een lontje is bij wet vastgesteld tussen 3 en 8 seconden. Dus niet te snel, anders kun je niet wegkomen. En niet te langzaam: anders ga je misschien nog een keer kijken waarom het zo lang duurt. Daarom is het bloedlink om vuurwerk af te steken als het lontje afgebroken is of als het halverwege is uitgegaan. Voor je het weet knalt het in je handen uit elkaar! Alle vuurwerk dat in Nederland in de handel komt, is voorzien van een lont. Als er een te kleine lont aanzit of als je het vuurwerk ergens langs moet strijken (strijkers) is dit gevaarlijk en bij wet verboden. De meeste ernstige letsels (amputaties) aan handen en onderarm worden veroorzaakt door te vroeg exploderend vuurwerk dat in de hand is afgestoken, zoals strijkers. Een lont is niet zomaar een touwtje! Het bestaat uit een aantal katoendraden die gedrenkt zijn in een papje van kruit en bindmiddel. Door het kruit brandt het lontje zo snel.

    Effecten

    Knalvuurwerk bestaat uit een papieren omhulsel waarin buskruit zit. De samenstelling van buskruit is al eeuwenlang dezelfde. Het is een mengsel van kaliumnitraat (salpeter), houtskool en zwavel. Siervuurwerk bevat naast buskruit stoffen die voor rook-, geluids- en lichteffecten zorgen. Het is opgebouwd uit karton, kunststof, klei en hout. Ongeveer 10 procent van het gewicht bestaat uit metalen.
    De kleuren komen doordat er verschillende stoffen in het vuurwerk zijn gedaan. Iedere stof zorgt weer voor een andere kleur. Hier onder staat een rijtje stoffen die zorgen voor de kleuren:

  • Stoffen voor witte kleur in siervuurwerk: aluminium poeder, titanium poeder.
  • Stoffen voor groene kleur in siervuurwerk: bariumgiromaat poeder, bariumnitraat poeder, boor poeder.
  • Stoffen voor rode kleur in siervuurwerk: lithium, strontiumnitraat poeder.
  • Stoffen voor een blauwe kleur in siervuurwerk: koperoxide, kopernitraat poeder.
  • Stoffen voor een paarse kleur in vuurwerk: strontiumchloride+ brandstof zoals: houtskool.
  • Stoffen voor een gouden kleur in vuurwerk: ijzervijlsel + houtskool+ een brandstof zoals buskruit.


  • Handelsburcht



    <<< vorige Weekblad Archief volgende >>>