Inhoud
05 12 2010,
- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je Het welkomswoord en de verjaardagskalender
- Bladzijde 2
Op de tweede pagina vind je Diana's intervieuw met..
- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je de sint special
- Bladzijde 4
Op de vierde pagina vind je de beursrijm van Adrem
- Bladzijde 5
Op de vijfde pagina vind je alles over de competitie
- Bladzijde 6
Op de zesde pagina vind je "wist je dat.." en het recept van de week
- Bladzijde 7
Op de zevende pagina vind je het raadsel van de week
- Bladzijde 8
Op de achtste pagina vind je het dankwoord
| |
De sint
Letop deze pagina is misschien iets minder geschikt voor de jeudige lezers onder ons
![](http://skrivadur.files.wordpress.com/2009/11/sint3.jpg?w=379&h=409)
Mocht de onze goedheiligman in deze tijd hebben geleefd dan stond de oude baas zeker bovenaan in de Quote500. In vroegere tijden was de gulle gever al mateloos populair. Als heilege stond hij eeuwenlang met stip op plekje nummer 2 (Maria was namelijk de absolute nummer één). En zelfs in onze tijd is de Sint nog altijd razend populair, en dat ondanks het oprukkende commerciële geweld van de Kerstman. En vanavond is het weer zo ver, het ‘heerlijke avondje’ zal in vele families worden gevierd.
Appeltjes van oranje
Over Sinterklaas bestaan vele verhalen. Onderwijzer Jan Schenkman zorgde er in de 19de eeuw voor dat we sinterklaas vieren zoals we het vieren. Hij verzon de Zwarte pieten, de stoomboot en de appeltjes van oranje. Ook is de woonplaats van de sint ‘spanje’ uit zijn verzinsels voort gekomen. Spanje rijmde namelijk goed op het oranje van de appeltjes. Schenkman kwam ook met de oplossing voor het vertrek van de Sint na 6 december. De heilige zou per stroomstrein (in de tijd van Schenkman nieuw en modern) terugreizen naar Spanje
Nicolaas van Myra
Wat de goedheiligman in Spanje moest is overigens onbekend. De sint die wij met zijn allen kennen heeft namelijk weining (eigenlijk niets) te maken met Spanje. Micolaas van Myra (zoals de sint officeel heet) komt van origine uit Klein-Azië, het tegenwoordige Turkije. De sint werd ergens in de derde eeuw na christus geboren, en overleed op 6 december 343. Ons sinterklaas feest wordt de officeel gevierd op de strefdag van Nicolaas. Later zijn we dit de naamdag van Sint-Nicolaas gaan noemen. Heel waarschijnlijk werd voor het overlijden van Nicolaas al een Germaans offerfeest gehouden. Dit “cadeautjesgeeffeest” moest voor voorspoed om jet nieuwe jaar zorgen. Onderdelen van dit offerfeest zien we nu nog steeds terug in ons sinterklaas feest.
Botjes naar Bari
Het graf van Nicolaas kun je nog steeds zien in het Turkse Demre. De bisschop ligt er echter niet meer begraven. In verband met de steeds verder oprukkende islam en de daarmee samenhangende spanningen rondom de kruistochten in de elfde eeuw zijn de botjes van de bisschop door Italiaanse zeelieden naar Bari gebracht. De zeelui waren erg bang dat de islamieten het graf van de megapopulaire heilige zouden vernietigen. De botten van Nicolaas werden in Bari begraven. Rondom dit graf is een kerk gebouwd: de basiliek van Sint-Nicolaas.
Wonderbaarlijke verhalen
Met de komst van de botten van de Sint naar het Europese vasteland kwamen ook de vele wonderbaarlijke verhalen over. Deze verhalen werden mondeling overgeleverd. In de loop der eeuwen zijn ze aangepast, gewijzigd, aangedikt en aangevuld. De verhalen vertellen over een kleine Nicolaas die al vanaf zijn geboorte wonderen verrichtte. Zo kon de Sint direct na zijn geboorte rechtop in zijn badje staan, de handen ten hemel geheven. Verder wilde hij op vastendagen niet van zijn moeders borst drinken.
Jongetjes in het pekelvat
De heilige-in-spe werd priester en later bisschop. Hij zegende een zeeman die hem wilde bedriegen, hij redde zeelieden in de storm, zorgde er voor dat de drie dochters van een arm edelman niet tot de prostitutie werden gedwongen door hen een bruidsschat (een gouden bol) te geven en voorkwam een hongersnood door zakken met graan te vermenigvuldigen in de haven van Myra. Het meest bekend is echter de legende van de drie jongetjes in het pekelvat. De drie knapen werden door een herbergier vermoord, in stukken gesneden en in een pekelton gestopt. Nicolaas krijgt het vlees in handen en brengt de drie op een miraculeuze manier weer tot leven. Door dit wonder werden de herbergier en zijn vrouw meteen bekeerd.
Vikingschepen en pelgrims
De kruistochten zorgden er voor dat de Nicolaasverhalen van Oost naar West en van West naar Oost gingen. Er werden allerlei zaken aan toegevoegd. Sinterklaas werd steeds meer een superheld. De Sinterklaasverhalen kwamen uiteindelijk voornamelijk via Vikingschepen en via pelgrims naar het Heilige Land terecht in het Noorden en Westen van Europa. Daar had weer een vermenging plaats met lokale, Germaanse legenden en verhalen van oppergod Odin of Wodan met zijn magische paard Sleipnir. Vooral de banketletter, de pepernoten, het paard en de roe hebben we aan deze Germaanse god te danken. Door alle verhalen bij elkaar te scharen onder de vlag van Sint-Nicolaas, ontstond in feite een feest met Christelijke, Oostelijke en Germaanse invloeden. Nicolaas bereikte hierdoor de absolute sterrenstatus.
Sint in de ban
Het feest werd vanaf de vroege Middeleeuwen gevierd. Al in 1360 zie je dat er voor het eerst schoentjes worden gezet. Dat gebeurde in Dordrecht. Toen was het al een kinderfeest. De feestdag ontwikkelde zich op een rustige manier tot aan de reformatie. De protestanten hadden niet veel op met die populaire en katholieke Nicolaas. De Sint werd in de ban gedaan. Voortaan was het verboden om in het openbaar aan Sinterklaas te doen. Het feest dook in de zestiende eeuw ondergronds. In huiselijke kring werd het nog wel gevierd, zelfs bij protestanten.
Kop boven het maaiveld
Tijdens de Franse Tijd – eind achttiende eeuw – stak Sinterklaas in het openbaar weer zijn kop boven het maaiveld uit. De katholieken mochten toen hun geloof weer in het openbaar vieren. De eerste helft van de negentiende eeuw verschilde niet veel in vieringen van de voorafgaande eeuwen. Pas rond 1850 veranderde de boel dankzij onderwijzer Schenkman. Hij schreef het boekje ‘Sint-Nicolaas en zijn knecht’ en legde hiermee de basis de manier waarop we nu met Sinterklaas omgaan. Zo bedacht hij bijvoorbeeld de intocht van Sinterklaas, terwijl er nog nooit een intocht was geweest. De eerste échte intocht vond pas plaats in 1888 in Venray. In 1934 wordt Sinterklaas voor het eerst in Amsterdam binnengehaald. De Sint werd toen begeleid door van de boot geplukte Surinamers die dienst deden als Zwarte Piet. Ook Zwarte Piet is een bedenksel van Schenkman. Nog steeds borduren we voort op de creatieve invallen van de onderwijzer uit de negentiende eeuw. Wèl zijn er allerlei commerciële zaken aan toegevoegd.
Maxam
|
|
|