De erfenis
In het testament van een paardenfokker stond dat hij al zijn paarden na zou laten aan zijn drie kinderen.
De paarden zouden na zijn dood verdeeld moeten worden in de verhouding 1/2:1/3:1/9.
Op het moment dat de paardenfokker overleed, bezat hij echter 17 paarden.
Hoe verdelen de kinderen de paarden om de opdracht uit het testament goed uit te voeren?
Een extra onderraadseltje: in bovenstaande afbeelding zitten 9 paarden. Zie jij ze allemaal? :)
|
|
Oplossing vorige week
Vorige week vertelden we over vier houthakkertjes in het bos die alleen met een lampje naar de overkant van een donker stuk bos durfden. Er kunnen er twee tegelijk oversteken. Ze deden er respectievelijk 1,2,5 en 10 minuten over echter. De vraag was in hoeveel tijd ze het snelst allemaal over konden zijn.. Hier volgt de oplossing:
In 17 minuten.
Eerst 1 en 2 (2 minuten).
Dan 1 terug (3 minuten).
Dan 5 en 10 (13 minuten).
Dan 2 terug. (15 minuten).
Dan 1 en 2 (17 minuten).
Dit was de snelste oplossing, dus als jij hoe dan ook een langere tijd had berekend, was dit fout.
Deze drie wisten het in ieder geval goed uit te leggen en winnen alledrie een Steen der Wijzen (die geen licht geeft... )!
Brutopia
Illiberis
Er waren slechts 2 goede inzenders, vrijwel iedereen had 19 ingestuurd
Gefeliciteerd!
![](http://www.kapi-regnum.de/tagblatt-bilder/pixeliopics/kleeblatt.jpg)
|
Ingezonden stukken
Een af en toe terugkerende rubriek. In hele wisselende hoeveelheden krijgen wij copy binnen voor de krant. Sommige dingen zijn wel leuk maar ongepast voor het dagblad, andere dingen zijn wel leuk maar kunnen niet direct geplaatst worden en sommige dingen zijn gewoon leuk en passend. Deze keer uit die laatste categorie de belevenissen vanuit de Hangbar:
Het was pas 06.00 uur. Bertram stapte uit zijn bed. Zijn beeldschone vrouw lag met haar mond half open te snurken dat het een lieve lust was.
Even streek hij liefdevol door haar rossige haren en drukte een kus op haar voorhoofd.
âMijn prinsesjeâ, fluisterde hij. Met pijn in zijn hart liep hij naar beneden. De avond ervoor was het een komen en gaan in zijn herberg. âMaar de klant is koning!â, had zijn vader hem van jongs af aan op zijn hart gedrukt.
Door zijn enorme gewicht kraakten de houten planken van de trap onder zijn voeten. Er moest ontbijt worden gemaakt voor zijn gasten. Beneden, waar de gasten werden ontvangen, rook het nog naar wildgebraad en verschraald bier van de avond ervoor. Eigenlijk deed het dat al de dag na de feestelijke opening van zijn zaak.
Hoewel het dorp Amsterdam-Westerpark nog in aanbouw is, waren de 10 kamers van zijn herberg al gevuld met handelaren die de eersten geiten hadden aangeschaft van boer Gerritsen. Eigenlijk waren de âbuitenluiâ benieuwd naar hoe het dorp vorderde en wie er zoal woonden of er gingen wonen. Om de economie op te stuwen en als vriendelijke geste kochten ze al de geiten op; de eerste verkoop van het dorp was een feit. En het waren niet eens de beste geiten, maar daar deden ze niet zo moeilijk over.
Handjeklap â de bijnaam van boer Gerritsen â verhaalde aan Bertram en aan wie het maar wilde horen in geuren en kleuren dat zijn eersten geiten waren verkocht tegen een marktprijs dat dichtbij de omringende dorpen lag. â127.50 per geitâ, glunderde hij en nipte aan zijn Krolsch bier. Een passerende troubadour maakte notities van zijn verhaal ter inspiratie voor een lied of wellicht een goed verhaal terwijl de avond nacht werd en de openhaard langzaam doofde en zachtjes knetterde.
Vanuit de dorpsput haalde Betram een emmer water en gooide deze over zijn hoofd en ontblootte borst. Met een zwaai gooide hij zijn lange haren in zijn nek, wreef met zijn handen door zijn gezicht, borst en poedelde even zijn zurig ruikende oksels nat.
Snel trok hij zijn vale hemd weer over zijn hoofd, trok zijn lederen vest aan en stommelde terug naar de herberg.
![](http://www.coquinaria.nl/images/GevuldeeierenME.kl.JPG)
In de voorraadkast vond hij nog enkele Ghecloven nonnen die Bigmamma had gemaakt als welkom. âAparte naam: Amsterdam-Westerparkâ, had ze gezegd bij binnenkomst.
âDaarom heb ik mijn herberg ook maar Westerpark genoemd. In parken rust men, eet en drinkt men en heeft men plezierâ, stamelde Bertram bij het zien van de sprankelende ogen en stralende voluptueuze verschijning van Bigmamma.
âAch, vergeef meâ, zei ze verontschuldigend, âdit is een lokaal gerecht uit mijn dorp! Proef en laat het U smaken.â
âZeg maar Bertramâ, zei hij. Zo netjes mogelijk pakte hij een gevuld eitje van het gekleurde bord en stak deze â zonder mee op etiquette te letten â geheel en al in zijn mond.
âSwmaakt wlekkelâ, zei Bertram terwijl stukjes eiwit tussen zijn ietwat vergeelde tanden stak.
Bigmamma vond het aandoenlijk en zei voor de rest niets. De ene naar de andere schaal volgde en in korte tijd zat iedereen te genieten van haar wonderbaarlijke kookkunsten.
âHeeft ze van haar moeder geleerdâ, verhaalde een geitenhandelaar tegen Bertram. âMisschien kent U haar wel, Sonja de Bakker! In alle contreien is ze bekend en hofleverancier van Xaver en Xenaâ
Bertram en zijn geliefde Odilia kenden deze koninklijke mensen nog niet. Zij waren een paar maanden geleden vertrokken uit Maas en Waal om hun geluk te zoeken in het Noordwesten.
Odilia vond de nieuwigheid van dit dorp mooi, de glooiende heuvels, het groen, de vogels en vooral de behulpzame mensen in de omgeving. âKunnen we hier niet blijven Bertram?â, vroeg ze toen bijna smekend. Natuurlijk kon hij zijn geliefde niets weigeren. De ligging was goed, er waren al paden aangelegd en zelfs Handjeklap had beloofd hen te zullen helpen bij de bouw van hun droom.
In de keuken stak Bertram de oven aan. Een grote ketel met water hing hij aan een haak voor de soep. In de verte hoorde hij Handjeklap op zijn ezel die hem dagelijks van brood voorzag.
Dit zou wel eens een mooie dag kunnen worden voor een nieuw verhaal, bedacht hij.
LordDrinkAlot