Inhoud
03 04 2011,
- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je Het welkomswoord en de verjaardagskalender.
- Bladzijde 2
Op de tweede pagina vind je het raadsel van de week
- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je de beursbabbels van ome Kilo.
- Bladzijde 4
Op de vierde pagina vind je de geschiedenis van..
- Bladzijde 5
Op de vijfde pagina vind je Diana's intervieuw met..
- Bladzijde 6
Op de zesde pagina vind je alles over de competitie.
- Bladzijde 7
Op de zevende pagina vind je het nieuws uit de stad.
- Bladzijde 8
Op de achtste pagina vind je het dankwoord.
| |
Ome Kilo's Beursbabbels
Een blik op de grote markt met jullie eigen ome Kilo
Gegroet waarde kapiaanse edellieden,
We hebben weer een drukke handelsweek achter de rug. En ook de discussies over prijzen en producten in “De Waag” laaiden flink op. De kasten en het wol waren lang het onderwerp van gesprek en Hofje uit Hofwijck gaf ons inzicht in de kosten van de specerijenproductie.
De prijzen van het wol hebben we kort geleden nog zien staan op zo’n [ct]100,00 op de grote markt. Dat zijn flinke bedragen voor een product dat snel en zeer goedkoop kan worden geproduceerd op de kapiaanse veeboerderijen. Zelfs met ingekochte knollen, waarvan we de versie met kwaliteit nul, die al heel lang de meest gewilde versie is op de grote markt, deze week kort een flinke sprong naar de [ct]21,00 zagen maken, ruim [ct]5,50 hoger dan normaal gesproken, zijn de winstmarges buitengewoon interessant voor de kapiaanse veeboeren.
Het wol, dat kan worden gebruikt voor doek, gewaden, kleding en tapijten, levert met deze prijzen een flinke bijdrage aan de prijs van het eindproduct. Maakt u bijvoorbeeld tapijten, dan zien we dat alleen al de wol het lieve sommetje van [ct]3.000,00 kost. Tel daarbij op de twee benodigde werktuigen en enkele tientjes aan productiekosten en we zitten al snel op [ct]3.350,00. En dat terwijl tapijten voor [ct]1.052,63 in de statistieken van onze middernachtelijke vriend staan. Al zijn we er, mede dankzij Blubmeister uit Blubbelstad, die van zich liet horen bij het specerijentopic, inmiddels allemaal wel achter dat de monnik plafondprijzen hanteert die werkelijk nergens op gebaseerd zijn en ruimschoots kunnen worden overschreden op zowel de locale- alsook de grote markt.
De wolkopers zagen echter ook in dat de eenvoudige productie van wol al snel miljoenen kapiaanse daalders scheelde. Veel wolkopers maken het dan ook tegenwoordig zelf en laten de wolproducenten met hun uit de markt geprijsde waar zitten.
De prijzen voor tapijten en het topic over de specerijen maken ons duidelijk dat er een levendige interesse is in de productie en handel van producten uit de karavanserij. Met een enkele uitzondering uiteraard, het wierook. Waarom zou iemand überhaupt moeite doen om een product dat niet verkocht kan worden op de locale markt en enkel kan worden geleverd aan de speciale gebouwen onderzoeken? Vroegen enkelen van jullie zich deze week af. Welnu, de enige reden waarom dat gebeurt is een oorkonde van het koninklijk kwaliteitsinstituut.
Toen Wim, onze leider, Kapi-Regnum uitvond en voor het eerst uitspeelde, inclusief het geheime level, zo rond 2004, hadden we nog geen koninklijk kwaliteitsinstituut. Dit werd pas veel later, ik meen in 2009, geïntroduceerd. Tot die tijd wisten de kapiaanse edellieden alleen maar van horen zeggen wie er een product van hoge kwaliteit kon maken. Met de introductie van het koninklijk kwaliteitsinstituut kwam daarin verandering. De poorten openden op een druilerige dinsdagmorgen en vanuit alle hoeken en gaten kon men ineens producten opsturen om de geleerden te verbazen met de behaalde kwaliteit van de kapiaanse producten. Jullie eigen ome Kilo, die uiteraard bij de feestelijke opening van het koninklijk kwaliteitsinstituut aanwezig was, verbaasde de geleerden onder andere met zijn heldere water en robuuste hout en werd zo bedolven onder de meesteronderzoekersoorkondes dat het dagen duurde voordat hij voldoende kapiaanse daalders bij elkaar had gesprokkeld om deze allemaal aan te kunnen nemen. De bode verlangt namelijk een fooi van [ct]500.000,00 bij aflevering van een meesteronderzoekersoorkonde.
Aangezien deze oorkonde ook een zekere status met zich meebrengt, werd het ineens interessant om ook producten die men enkel en alleen kan maken voor de levering aan speciale gebouwen te gaan onderzoeken. Zodoende dat we tegenwoordig ook banken en wierook van hoge kwaliteit kunnen bewonderen in het koninklijk kwaliteitsinstituut en er steden zijn die grote waarde hechten aan hun mooie onderzoeken van deze producten. Voor de kleinere steden en dorpjes, hier in ons mooie Kapi-Regnum, is het onderzoeken van deze producten echter niet aan te raden aangezien het jaren kan duren om het huidige niveau te bereiken en die tijd veel beter kan worden besteed aan het onderzoeken van producten die daadwerkelijk kapiaanse daalders in de schatkist doen belanden.
Meubels zijn daarvan een goed voorbeeld. De meubelmakers zijn van oudsher rijke ondernemers hier in het mooie Kapi-Regnum. Nieuw Gent, die lange tijd een van de rijkste spelers was, hield zich er vanaf dag 1 mee bezig en wist met zijn stoelenhandel karrenvrachten vol keiharde kapiaanse daalders binnen te halen. Maar ook stellingkastenhandelaren, zoals ComeBack, weten met de meubelhandel goede zaken te doen.
De kastenproducenten, waarvan onze eigen Leigh uit Leeds de motiverende voorgangster is, lopen bij de meubelproducerende steden helaas nog een beetje achteraan. De extra kosten van de kasten, kasten vereisen veel meer hout dan de andere kapiaanse meubelstukken, dragen ongetwijfeld flink bij aan de impopulariteit van dit product. In tegenstelling tot de andere meubels is het aanbod dan ook gering. En dat niet alleen, nee lieve Kapianertjes van ome Kilo, ook de prijzen blijven flink achter in vergelijking tot de andere kapiaanse meubels terwijl de plafondprijs toch aanzienlijk hoger ligt.
Kastenproducerende steden klopten dan ook reeds vaker op de poort van het dorpje dat jullie zo goed kennen, “De Bankzitter,” waar jullie eigen ome Kilo resideert zoals jullie allemaal weten, om hulp en advies. De aangewakkerde discussie in “De Waag,” waar onze vriend Werthood actief de andere Kapianers stimuleert om de mogelijkheden van alle kapiaanse producten te bespreken, deed lieve Leeds en jullie ome Kilo besluiten tot het uitvoeren van een experiment. De stellingkasten vanuit “De Bankzitter” zouden worden vergeleken met de kasten vanuit het schone Leeds. Gelijkwaardige producten werden naast elkaar gezet en aangeboden via de meubelmarkten van “De Bankzitter.” Het resultaat, wat jullie allemaal kunnen terugkijken in het forumtopic “meubels” in “De Waag,” loog er niet om. Kasten zijn wel degelijk een fractie gewilder dan de stellingkasten hier in ons mooie Kapi-Regnum. Maar…. Als de kapiaanse ondernemers het benodigde hout niet zelf hakken in de locale houtmolens maar inkopen via het koninklijk magazijn beheer, is het prijsverschil, bij de hoge kwaliteit van 44 a 45, nog niet lonend genoeg om de extra kosten te kunnen compenseren.
Betekent dat dan dat kasten maken niet lonend is ome Kilo? Hoor ik jullie allemaal denken. Welnee, kasten maken is juist heel lonend. Het verdient echter voor de ondernemers die de reeds eerder genoemde kwaliteit van 45 nog niet kunnen bereiken, en dat zijn er heel erg veel, de voorkeur om andere meubels, bijvoorbeeld stellingkasten, te maken. Natuurlijk kunnen stoelen ook heel goed maar stellingkasten is een product waarnaar veel vraag is in de onderhandse handel vanwege de leveringen aan de universiteiten. Ook met een lage kwaliteit is hieruit dus meer rendement te behalen dan de kasten die momenteel voor prijzen onder de [ct]900,00 worden aangeboden. De extra winst is zo niet alleen voor u maar voor alle hardwerkende Kapianers. U heeft een beter rendement vanuit uw timmerwerkplaats, de universiteit kan zich toeleggen op het behalen van status en de constructieve kastenhandelaren zien de prijs van hun waar stijgen in de statistieken van onze gehate middernachtelijke zuipschuit, waarop jullie ome Kilo zelfs hoorde een aanslag werd beraamd. Gelukkig is dat niet doorgegaan want wie had er nu, nadat alle kastenmakers die nog niet aan de plafondprijs kunnen produceren en masse gaan overstappen op stellingkasten, dan de plafondprijs voor de kastenmakers moeten noteren in de statistieken.
Nu we het toch hebben over noteren, statistieken, meubels en het koninklijk kwaliteitsinstituut is het misschien wel weer eens leuk om een beetje te kijken naar de schrijfveren. Met grote regelmaat zien we allemaal die nare boekhouder in de werkkamer zeuren over kaarsen en het eten van ganzen, u weet wel, die waar we het vorige week zo uitgebreid over hebben gehad. En laten nu net de hoogste kwaliteit geroosterde ganzen en de beste schrijfveren komen uit hetzelfde stadje, Linsk, waar de goede monsieur Morm de scepter zwaait.
De schrijfveren zijn een apart product. Hoewel het uit de drukkerij komt, evenals perkament, boeken en bijbels, die dan weer vallen onder de producten waarvan men zich afvraagt wat nu daadwerkelijk het nut van onderzoeken is, worden schrijfveren verkocht op de locale meubelmarkten. Chiel uit Port de Fabras was de grote leider op het schrijfverenfront toen het ging om het behalen van de plafondprijs van [ct]363,64. Na het behalen van zijn levensdoel, de plafondprijs raken, is hij helaas een stuk minder actief geworden. Dit in tegenstelling tot andere schrijfveerfanaten die zich druk bleven toeleggen op kwaliteitsverbetering en marktstabiliteit. Dat eerste werd deze week maar weer eens bevestigt toen monsieur Morm uit Linsk de schitterende kwaliteit van schrijfveren 62 wist te presenteren aan de reeds notoire geleerden uit het koninklijk kwaliteitsinstituut.
De lange uitbouwtijd en het geringe makkelijk verhandelbare aanbod van goederen uit de drukkerij maakten dit gebouw lange tijd zeer ondergewaardeerd. De toegenomen interesse komt vooral voort uit het besef dat [ct]363,64 helemaal geen gekke prijs is voor de schrijfveren. Zeker niet gezien de productiesnelheid in de grotere drukkerijen. De kosten zijn vaak beperkt tot een schamele [ct]10,00 of [ct]11,00 wat betekent dat de plafondprijs een gegarandeerd rendement oplevert van [ct]352,64. Bijna 33 maal de kostprijs! En dat is lang niet met alle kapiaanse producten haalbaar.
Dat we de schrijfveren dan ook nauwelijks aantreffen op de grote markt mag geen wonder zijn. Zeker met de gigantische bedragen die worden gevraagd door meubelmakers voor hun producten op de grote markt, vormen de schrijfveren een goed alternatief voor wie op zoek is naar iets anders om de locale meubelmarkten mee te vullen. De meubelmakers die de grote markt als hun handelsplek gebruiken prijzen zichzelf hierdoor dus flink uit de markt.
Wie dat zeker niet doen zijn de zwaardenhandelaren. Op de grote markt worden prijzen gehanteerd die het weldegenlijk mogelijk maken om op de locale wapenmarkten nog enkele kapiaanse daalders over te houden om de schatkisten mee te vullen. Toch wil de zwaardenprijs in de statistieken van onze vrijwel altijd trouwe monnik maar niet stabiliseren en werd er zelfs vermoed dat er een dumpert bezig was om bewust de prijs van de zwaarden te doen kelderen.
Een dumpert is een verschijnsel uit de begindagen van ons mooie Kapi-Regnum. Het is een naar, gruizig, onwelriekend, geniepig kereltje, en soms ook een vrouwtje, die goederen opkoopt van de grote markt om deze onder de plafondprijs, zij het met geringe winst, te verkopen op locale markten. Deze lieden, die dus snel door hun koopwaar heen zijn en dan ook regelmatig van markt wisselen, waren vroeger een ware plaag voor kapiaanse handelaren van producten die qua kwantiteit achterbleven in de statistieken. Heer Vandi, CCM en jullie eigen ome Kilo, het haakbussentrio, hebben hier in het verleden maar al te vaak mee te maken gehad.
Nu is het zo dat voor een dumpactie er voldoende waar aanwezig moet zijn op de grote markt. In het geval van de zwaarden is dat echter niet het geval. Het betreft hier dus geen dumpert maar simpelweg een volkomen onervaren, misschien zelfs wel een beetje domme, zwaardenhandelaar. Om enig inzicht te krijgen in de zwaardenhandel, en om adviezen uit te wisselen en samen een strategie te ontwikkelen om de kapiaanse zwaarden toch naar de plafondprijs te laten stijgen, hebben Eljakim uit Eljatown, waarmee jullie ome Kilo lang geleden nog eens in het handelsgilde van de meestersmeden heeft gezeten, en ondergetekende een topic geopend in “De Waag.” Nu is bekend dat Zeeman Rob, uit het mooie Amsterdam-Westerpark, zich bezighoudt met zwaarden maar verder zijn de vaste producenten redelijk onbekend. Wellicht dat dit topic daarin verandering kan brengen. We zullen het extra in de gaten houden de komende week.
Tot die tijd, een goede handelsweek toegewenst en natuurlijk een altijd vriendelijke groet vanuit “De Bankzitter,”
Uw kiloknallert
|
|
|