Editie 171 | Bladzijde 6 29. mei 2011 AD
<<< vorige volgende >>>


Inhoud


29 05 2011,

- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je Het welkomswoord en de verjaardagskalender.

- Bladzijde 2
Op de tweede pagina vind je Diana's intervieuw met..

- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je het raadsel van de week.

- Bladzijde 4
Op de vierde pagina vind je het leven in de middeleeuwen

- Bladzijde 5
Op de vijfde pagina vind je Taunustown schrijft

- Bladzijde 6
Op de zesde pagina vind je Willie's pagina.

- Bladzijde 7
Op de zevende pagina vind je het nieuws uit de stad.

- Bladzijde 8
Op de achtste pagina vind je alles over de competitie.

- Bladzijde 9
Op de negende paginavind je de beursbabbels van ome Kilo.

- Bladzijde 10
Op de tiende pagina vind je het dankwoord


Willie's pagina

verkeersregels

Voor het eerst, verkeersregels in de middeleeuwen.

Ik heb er schoon genoeg van. Ik besta erop, dat er wat gebeurt, want ik, als respectpersoon, kan niet accepteren, dat iedereen zomaar……Volg mijn verhaal.

Enige weken geleden heb ik u een bericht geschreven, dat ik naar mijn schoonmoeder ben geweest. Op de weg daar naartoe ontdekte ik, hoeveel genoegen zo een tochtje met mijn gespan bereidt. Daarom heb ik besloten zulke toeren vaker te gaan maken. Nu moet de eindbestemming niet steeds maar mijn schoonmoeder zijn, liever niet zelfs. Ik liet u al weten, dat ze eigenlijk best wel een lieve vrouw is, maar om daar wekelijks op bezoek te gaan? Dat wil ik haar niet aandoen en zeker niet mijzelf. Dus bedenk ik iedere week een ander doel. Soms ga ik er zomaar op uit zoals afgelopen zondag.

Mijn knechten hadden de beste koets uit de stalling gehaald en gezuiverd. Het krachtigste ros werd gepoetst en opgetuigd. Nadat hat gespan voor mijn herenhuis voorgereden was, begeleide ik mijn lieftallige Eleonore de grote trap af. Ze had weer een prachtig gewaad aan. Ze kleed zich zo feestelijk, omdat het Zondag is, maar zeker ook, om mij te behagen. Bij deze aanblik kreeg ik glanzende ogen en nog meer zin in de rondrit, die we van plan waren te ondernemen. Ik wilde rondom mijn bezittingen rijden en in de verste herberg inkeren, om daar een krachtig wildgerecht te nuttigen. Dus ik haastte me, om op weg te gaan.

Het was weer echt Zondagsweer. De zon scheen prachtig, geen wolkje aan de lucht te bekennen, het was nagenoeg windstil. Zo reden we door de natuur, die in dit voorjaar weer geweldig zijn best deed, haar schoonheid te laten zien. We genoten van de hazen, die steeds op het laatste moment over de karrensporen sprongen, van de vogels, die hun hoogste lied floten. Het was helemaal perfect.

Plotseling kwam van de andere kant een vlegel met een lichte kar ons tegemoet, zijn ros in vol galop. Hij dwong mij, met mijn koets uit te wijken, zodat ik met een wiel in de modder terecht kwam. Het gewaad van mijn Eleonore werd daardoor ernstig besmeurd, zodat de daarop volgende week er vier maagden mee bezig zijn geweest het gewaad weer schoon te krijgen. We moesten onmiddellijk onze rondrit beëindigen, want zo kan men niet in een herberg gaan zitten en genieten van een kunstig maal. Naar mijn gevoel kwam deze gebeurtenis dan ook een belediging gelijk. Ik was woedend.

Gelukkig konden we achterhalen, wie deze vlegel was. Ik heb hem in mijn huis geciteerd en gevraagd, waarom hij dit deed. Het bleek, dat hij een nieuw ros gekregen had en uitproberen wilde, hoe snel iemand met een karrengespan kon rijden. Hij had mij wel gezien, maar vond het niet nodig voor mij aan de kant te gaan. Daar werd ik een tweede keer boos. Degene die bepaalt wat belangrijk is hier, ben altijd nog ik! En ik zal nu voor het eerst in de middeleeuwse geschiedenis verkeersregels uitvaardigen. Die zijn heel eenvoudig:

Als een hoger gestelde persoon, zoals ik, er aan komt, zal iedereen aan de kant moeten gaan.

Niet zo moeilijk, toch?

Bedacht door
Wil14 van Lijnden





<<< vorige Weekblad Archief volgende >>>