Editie 176 | Bladzijde 7 17. juli 2011 AD
<<< vorige volgende >>>


Inhoud


17 07 2011,

- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je Het welkomswoord en de verjaardagskalender.

- Bladzijde 2
De tweede is ingericht voor Ralph.

- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je Diana's intervieuw met..

- Bladzijde 4
Op de vierde pagina vind je de ontdekkings reis van Neef Steef.

- Bladzijde 5
Op de vijfde pagina vind je het raadsel van de week.

- Bladzijde 6
Op de zesde pagina vind je het nieuws uit de stad.

- Bladzijde 7
Op de zevende pagina vind je Floralis stel aan uw voor:

- Bladzijde 8
Op de achtste pagina vind je de beursbabbels van ome Kilo.

- Bladzijde 9
Op de negende pagina vind je alles over de competitie.

- Bladzijde 10
Op de tiende pagina vind je het dankwoord


Floralis stel aan uw voor:

Hendrik van Veldeke,

voor of omstreeks 1150 – na 1184 is de eerste volkstalige schrijver van de Lage Landen die we bij naam kennen. Hij werd geboren te Veldeke, een gehucht op het grondgebied van Spalbeek, sinds 1977 een deelgemeente van de huidige Belgisch-Limburgse stad Hasselt. De Vel(de)kermolen, een watermolen aan de Demer, is het enige dat aan deze plaats herinnert.

In zijn Eneas vermeldt hij namelijk dat hij aanwezig was op de hofdag die keizer Frederik Barbarossa organiseerde te Mainz met Pinksteren van dat jaar. Hij moet overleden zijn voordat Wolfram von Eschenbach zijn Parzival schreef, die hij tussen 1205 en 1210 voltooide. Wolfram zegt daarin immers dat Veldeke te vroeg gestorven is. Vermoedelijk behoorde Veldeke tot een geslacht van ministerialen, dit zijn onvrije lagere edelen. Het bestaan van dit geslacht wordt in oorkonden van de dertiende eeuw vermeld. Uit het feit dat hij in zijn werken Latijnse bronnen heeft gebruikt, blijkt dat hij een goede opleiding heeft genoten.



Veldekes omvangrijkste werk is de Eneasroman, die hij baseerde op de Oudfranse Roman d’Eneas, die op zijn beurt teruggaat op Vergilius’ Aeneis. Het is de eerste hoofse roman in een Germaanse taal. Hij besteedde veel aandacht aan de hoofse liefde, de hoofse deugden (gematigdheid, beheersing, welsprekendheid... ) en de schoonheid van het hoofse leven. Ondanks de tragische gebeurtenissen in het verhaal (bijvoorbeeld de zelfmoord van Dido en het sneuvelen van Pallas, Eneas’ strijdmakker, en vele andere helden) overheerst toch de positieve toon. Zo beschrijft hij aan het eind van zijn roman met groot enthousiasme de bruiloft van Eneas en Lavinia, waarin een optimistisch mens- en wereldbeeld wordt weergegeven, de apotheose van de roman.

Veldeke laat niet na om deze bruiloft te vergelijken met de hofdag die keizer Frederik Barbarossa in 1184 te Mainz organiseerde. Dit is een van de argumenten die men vaak ingeroepen heeft om aan te tonen dat Veldeke voor de entourage van de keizer schreef. In dit licht moet misschien ook de stofkeuze worden gezien. Het verhaal van Eneas is immers ook het relaas van de stichting van Rome, en de Duitse keizers zagen zich als de voortzetters van het Romeinse keizerrijk. Middeleeuwse vorstenhuizen lieten wel vaker gefingeerde stambomen optekenen die teruggingen naar de Trojanen.

Floralis,






<<< vorige Weekblad Archief volgende >>>