Editie 17 | Bladzijde 6 28. jan 2008 AD
<<< vorige volgende >>>


Inhoud


Zondag 27 januari.
Daar is uw wekelijke dagblad weer!

- Voorpagina
Op de voorpagina vind je de Beursweek, Zaragoza Review en Het Onderschrift

- Pagina 2
Op de tweede pagina vind je eindelijk weer alles over de Competitie, Het Interview en Bigmamma's Kookhoek

- Pagina 3
Op de derde pagina vind je alles over het Raadsel van de Week en ook de rubriek Ingezonden Stukken

- Pagina 4
Op de vierde pagina dan De Stallingen (nieuw!), De schrijfwedstrijd en het nieuwste hoofdstuk van het verhaal!

- Pagina 5
Op de vijfde pagina vind je Het Hoekje van Chanovila, Vraag en Antwoord en Zoek de 5 Verschillen (nieuw!)

- Pagina 6
Op de zesde pagina staat deze keer De Troubadour, De wonderlijke kruidentuin (nieuw!)en de rubriek De Stad

- Pagina 7
En tot slot staat op de zevende pagina Dahantes Rubriek en een mededeling van Bassjunk











De wonderlijke kruidentuin



Ver buiten de stad, onder de maan, achter een staande steen.
Daar leeft een vrouw in vol vertrouwen, ze noemen haar de Heks alleen.
Zij zingt haar lied naar zon, maan en sterren. Verzamelt kruid en plant
waarmee zij haar tovermiddelen maakt met recepten uit een magisch oud land.
Zij eert niet aan een altaar gebouwd door handen van een sterfelijke man
maar op een open plek in het bos achter mistige sluiers zo verborgen als het kan.
Wat moet zij? Met flitsende zwaarden en met flitsende zwepen die haar niet bekoren.
Met meesters zonder enige waarde die slechts als opsmuk bij een ritueel behoren.
Haar werktuigen zijn gemaakt door aarde en wind en regen
in haar rituelen "wild en vrij" roept zij daarmee de goden om hun zegen.
Als lente en zomer voorbij gegleden zijn en schemering haar ogen vult,
legt zij zich neer op het bruine bladerdek met een glimlach die haar hele gezicht omhuld.
Want zij weet als zij haar lichaam verlaat van vlees, bloed en been,
zij niet sterft maar verder leeft als die kleine Heks alleen.


Ja, jullie lezen het goed weer een nieuw stukje in de krant.
Als eerste zal ik mij even voorstellen. Ik ben een Kruidenvrouwtje genaamd Guusta. Ik ben woonachtig in een mooi klein dorpje, ergens achteraf aan de bosrand. Ik woon hier samen met mijn 3 zwarte katten, Negro, Furie en Caritas. Iedere dag ben ik in mijn tuin te vinden waar o.a. kruiden in overvloed groeien en bloeien. Met de kruiden maak ik zalf en drankjes om die te verkopen aan de mensen in het dorp.

Mijn liefde voor kruiden heb ik gekregen van mijn moeder, Angita wat betekent Godin van genezing en hekserij. Een mooie vrouw waar ik veel van heb mogen leren. Als klein meisje mocht ik al meehelpen in de kruidentuin en met het maken van mama’s brouwsels. Ik leerde alles van en over kruiden. Zo kunnen bepaalde planten alleen bij volle maan geplukt worden, andere juist op maanloze nachten en weer andere alleen op bepaalde dagen en op bepaalde uren. Dit verzamelen, bij nacht en ontij, en soms ook naakt, roept bij de bevolking angsten op. Men kent het niet en men begrijpt het niet. In het dorp word ik dan ook vaak een heks of kwakzalver genoemd.

Via dit stukje wil ik jullie laten zien dat dit onterecht is en dat ik van goede wil ben. Ik wil jullie vertellen en leren hoe je kwalen, pijnlijke plekken kan verhelpen. Soms is een probleem met een eenvoudige spreuk zo weer op te lossen.

U kunt bij mij ook terecht voor uw kwalen of persoonlijke vragen. Schrijf me een berichtje via de link van mijn stad en stel hierin je vraag. Via de krant vertel ik je wat je kunt doen of wat je moet laten. Geef wel even aan of je anoniem wil blijven.

Deze eerste keer ga ik jullie een recept geven die zal werken om een beter gevulde portemonnee te krijgen. Zo kan iedere speler zijn dorp mooier en groter maken.

Geldspreuk:
Doe in een smalle fles of pot met deksel:

5 stuks van verschillende muntsoorten
5 maïskorrels,
5 rijstkorrels,
5 sesamzaadjes,
5 kaneelstokjes,
5 kruidnagels,
5 hazelnoten.

Sluit de fles goed af. Schud de fles nu met je rechter hand en zeg:

Kruiden en zilver
Koper en graan
Meer werk en meer geld
Zullen op mijn pad staan

Zet de fles ergens neer en laat je portemonnee ernaast liggen als je thuis bent.

Ik hoop dat ik via deze weg jullie laat zien dat ik meer ben dan een heks alleen. Ik kijk uit naar jullie vragen en zal ze met plezier beantwoorden. Dus stuur je vragen op naar Mysteryland en wie weet staat jouw berichtje volgende week in de krant.

Guusta Godin van de nacht
Mysteryland




De Troubadour

De troubadour vertelt de ene keer een mop, de andere keer een droevig verhaal en weer een andere keer een raadseltje. Inzendingen voor de Troubadour zijn van harte welkom trouwens. Deze keer een oude sage:

Fredegunde van de NevelhorstEen sage uit Didam over een spookachtige ruïneIn de tijd toen nog de oude kastelen de Manhorst, de Lunenhorst, de Eng en de Meurs met hun torens, grachten en wallen, het dorp Didam omringden, verhief zich ook de Nevelhorst aan de westzijde van het dorp. Hier woonde een van de aanzienlijkste ridders. Toen er werd opgeroepen voor de heilige strijd, deed hij het rode kruis om en ging hij met zijn zonen op kruistocht naar het Heilige Land.

Gedurende zijn afwezigheid, bleef zijn enige dochter, Fredegunde, achter op het slot, samen met haar echtgenoot, Diederich. Maar hun samenzijn werd al snel door het noodlot verbroken. Ralf, de trouwe schildknaap van haar vader, bracht het bericht uit het Heilige Land, dat haar broers tijdens een veldslag met de Saracenen waren omgekomen en niemand haar vader sinds die tijd meer gezien had.

Het verdriet van de teerhartige Fredegunde kende geen grenzen, temeer omdat bij haar man op hetzelfde ogenblik het vuur van de wraak ontvlamde. Hij greep al naar helm en zwaard! Maar wie zou zijn jonge en toch zo licht verleidbare vrouw bewaken? Hij bracht haar voor het altaar en andermaal zwoer zij hem trouw tot in de dood. Bij de afscheidskus zei hij: "Aan uw eed getrouw, zal mijn terugkomst het uur der zoetste hereniging zijn. Zo niet! Wee u in dat ontzaglijke uur." Zij zuchtte en huilde en het was alsof de liefde met nieuwe gloed ontvlamde. "Mijn Diederich!" zei zij, "ga, mijn beste! Of je nu terugkeert of sterft, ik blijf altijd de jouwe. Moge jouw geest zich op mij wreken, wanneer ik je ooit ontrouw zal zijn." Hij ging en zij bleef alleen op het kasteel achter.

De winter ging voorbij en de zomer bracht de vruchten aan de bomen tot rijpheid en nog had Fredegune haar belofte niet verbroken. Maar toen ontstond in haar weer het verlangen naar genot en plezier. Zij ging weer naar de feesten, waar zij nog steeds als de koningin geëerd werd. Haar hart verwijderde zich van Diederich naarmate hij langer wegbleef. Zo ging een jaar voorbij en de schone Fredegunde werd steeds vrijer en vrolijker.

De herfst ontbladerde al de bomen, toen het gerucht zich verspreidde, dat ook de ridder van de Nevelhorst omgekomen was. Indien haar liefde niet allang bekoeld was geweest, zou haar verdriet onuitsprekelijk geweest zijn. Maar nu veinsde zij slechts, want haar echtgenoot was zij al lang vergeten.

Spoedig veranderde het ganse toneel om haar heen. Binnen enkele weken dongen er vele minnaars naar haar hand, maar niemand lukte het haar te trouwen. Toen verscheen er ineens een ridder van hoge adeldom, even fier en trots als zij. Hij was met eer beladen van de strijd tegen de Saracenen teruggekeerd. Betoverd door haar schoonheid, voegde hij zich onder haar aanbidders.

De weduwe - zo wilde zij toch het liefst genoemd worden - waagde het niet de nieuweling vóór haar oude minnaars te plaatsen. En dus - rekenend op zijn kracht en moed - organiseerde zij een toernooi, dat aan alle mededingers de mogelijkheid zou bieden om haar te winnen. Dit gerucht verspreidde zich al snel in het rond. Met reikhalzend verlangen keken de verliefde strijders en geëerde jonkvrouwen uit naar de grote dag. Toen het eindelijk zover was, wemelde het op de anders zo stille Nevelhorst van bontgeklede jonkvrouwen, van ridders en knapen. Poorten en muren waren bezet met nieuwsgierige landzaten, terwijl het schelle geluid van klaroenen en trompetten de komst van de edele strijders aankondigde.

Blank en rijzig als een witte lelie verscheen Fredegunde. Een daverend gejuich ging op en de ridders bogen met hun lansen. De vreemdeling reed, op de wenk van Fredegunde, het perk binnen. Hij daagde de kampvechters uit tot de strijd.

Hevig was de aanval van de eerste. Vergeefs! Zijn tegenstander was te sterk en te vlug en hij moest de strijd gewonnen geven. De tweede en derde verging het niet veel beter. De een na de ander stortte neer voor de voeten van de onoverwinbare vreemdeling. Reeds klonk de heldere triomfbazuin, toen de aankomst van nog een ridder door de schelle trompetten werd aangekondigd. Deze drong vermetel in het strijdperk door. Zijn wapenrusting schitterde van goud. Op zijn borst prijkte het rode kruis. "Op leven en dood!" riep hij, en draafde, zonder de riddergroet aan de edele bruid en jonkvrouwen te brengen, woest op de held van de dag af.

Ontroering was op het gezicht van al de toeschouwers te lezen. Onrustige bewegingen verraadde ook Fredegunde's angstige hart. Met nooit gekende kracht hief de kruisridder zijn lans op en stootte deze door het ijzeren harnas in het hart van de vreemdeling. Fredegunde verborg haar innerlijke vertwijfeling, en staarde naar de ranke gestalte van de winnaar, die haar trots naderde. Zij aanvaarde hem bevend als echtgenoot. Maar de trouwringen braken op het moment dat zij gewisseld werden. Een angstig voorgevoel beving de toeschouwers.

Aan het bruiloftsmaal vroeg Fredegunde hem zijn helm af te zetten. "Om middernacht," zei hij, "zult u zien wie ik ben." De schuimende bekers werden leeggedronken en de jonkvrouwen ten dans geleid, maar de angst, die de treurige harten beklemde was niet te verdrijven. De algemene spanning nam toe bij het naderen van middernacht. De tonen van de muziek veranderden in sombere melodieën. Het lied van de minnezangers eindigde in een klacht. Het vuur doofde. De talrijke lichten verduisterden meer en meer. De honden begonnen onafgebroken te huilen. De paarden stampten op hun hoeven. Een afschuwelijke grafreuk vervulde de zaal. Een doodse stilte viel...

Toen was het middernacht. Een dof onderaards rumoer, als van een donder op verre afstand, liet zich horen. De geestachtige ridder stond op. Hij stond naast zijn verloofde. Met een rammelend geklepper van beenderen in het metalen pantser ontdeed hij zich van zijn helm. Daar grijnsde een doodshoofd Fredegunde aan. "Ik ben Diederich," zei hij, "en ik ben gekomen om jouw belofte te ontvangen!" Toen nam hij haar in zijn armen. De grond scheurde en beiden zonken in de diepte van de aarde.

Sinds deze gebeurtenis is het kasteel onbewoond. Overgelaten aan de vernielende tand des tijds, is er niets meer van over. Maar wanneer je rond middernacht op de plek waar het kasteel ooit heeft gestaan, goed luistert, hoor je de droevige zuchten en het geklaag van een vrouw. En soms rijdt er een gestalte van een geharnaste ridder rond, die pas weer in de grond verdwijnt bij het eerste kraaien van de haan.

bron: www.beleven.org

De Stad

Een nieuwe rubriek weer in de krant. Haspara behandelt op verzoek (of eigen initiatief) de ontstaansgeschiedenis van steden in kapi Regnum. Het enige wat je hoeft te doen is wat algemene informatie over je stad te verstrekken aan Haspara! De tweede in deze reeks zal gaan over Pleasantville:


Baldie is opgegroeid in een grote welvarende stad, zonder uitdagingen en verveelde zich dan ook vaak. Zijn edele bloed zorgde ervoor, dat hij in rang boven het normale volk stond. Iets waar hij van jongs af aan al een hekel aan had. Toen hij ongeveer 9 was, had hij voor een tijd een boer als vriend. Op de momenten dat ze niet naar school hoefden, waren ze vaak op de boerderij te vinden. Soms om te werken, maar vaak om te spelen. Baldie bewonderde hem om de arbeid, hij bewonderde Baldie om zijnn kennis. Ze sloten een deal, Baldie vertelde hem over school, en hij leerde Baldie over het boerenleven. Zo verliepen er ongeveer twee jaar en leerde Baldie over landbouw, veeteelt, productie en de harde, zware arbeid. De boerenvriend leerde lezen, schrijven, rekenen en over andere landen.

De vriendschap werd door Baldies ouders verboden toen hij 11 werd, hoewel ze deze tot nog toe gedoogd hadden. Ze vonden dat hij zich beter richtte op zijn toekomst als handelsman. Stiekem hielden ze echter contact, via de allom bekende postduif.

Jaren verstreken terwijl er sporadisch contact was tussen de twee vrienden. Baldie vastgeketend aan m'n opgelegde toekomst, de boer liep vrij de wereld in, geïnspireerd door mijn verhalen.

Op een dag rond mijn 21e levensjaar ontving Baldie via de postduif een bericht van zijn vriend, een land vol mogelijkheden, waar je je dromen waar kon maken.
Baldie twijfelde geen moment en stichtte zijn eigen stad die hij toepasselijk p(l)easantville heette



Haspara


<<< vorige Weekblad Archief volgende >>>