Editie 19 | Bladzijde 6 11. feb 2008 AD
<<< vorige volgende >>>


Inhoud


Zondag 10 februari. Een stralende winterdag, lees lekker het dagblad even door ook!
- Voorpagina
Op de voorpagina vind je de Beursweek, Zaragoza Review en Het Onderschrift

- Pagina 2
Op de tweede pagina vind je eindelijk weer alles over de lopende Competitie, Het Interview en Bigmamma's Kookhoek

- Pagina 3
Op de derde pagina vind je alles over het Raadsel van de Week en ook de rubriek Ingezonden Stukken

- Pagina 4
Op de vierde pagina dan De Stallingen, De schrijfwedstrijd en het nieuwste hoofdstuk van het verhaal!

- Pagina 5
Op de vijfde pagina vind je Het Hoekje van Chanovila, Vraag en Antwoord en Zoek de 5 Verschillen

- Pagina 6
Op de zesde pagina staat deze keer De Troubadour, De wonderlijke kruidentuin en de rubriek De Stad

- Pagina 7
En tot slot staat op de zevende pagina Dahantes Rubriek en een mededeling van Bassjunk










De wonderlijke kruidentuin



De wonderlijke kruidentuin van Guusta

zachtjes is de stilte ingetreden
en de maan vermengt
de mist met mijn adem
ik zie even niets
dan de kristallen
die de lucht mij in
laat ademen

zacht klinkt ook de stem
die ik in het stille bos hoor
ik volg je
ik roep je
jij antwoord niet

want de stilte is de zachte toon
van de eenzame wandelaar

en die wandelaar
ben ik
in de schaduw
van de maan


Valentijnsdag
Omdat we deze week Valentijnsdag vieren ga ik in op de vele vragen om de ware liefde te vinden of te ontmoeten. Mensen vragen mij vaak “Kunt u iemand mij aardig laten vinden?” of “Zou u er voor kunnen zorgen dat hij/zij verliefd op mij wordt?” Ik zal jullie teleur moeten stellen want dat kan en wil ik niet. Ik kan niet iemand iets laten doen. Mensen hebben hun eigen vrije wil. Doe als gij oprecht wilt, zolang het gene kwaad berokkend. Dat betekent: andere mensen respecteren en dat betekent ook… hun eigen vrije wil respecteren. Als je dat niet doet, zal je op den duur anderen en jezelf pijn doen. Ik probeer om gewoon mezelf te zijn en ik probeer de vrije wil van anderen te respecteren.

Maar ik heb wel een ritueel om “de ware” te mogen vinden of ontmoeten.

Om op Valentijnsdag je ware te ontmoeten of te vinden zul je dinsdagavond moeten beginnen. Maar je kan dit ritueel ook gewoon doen wanneer jij daar zin in hebt. Het ritueel "Het vinden van de ware" doe je 2 avonden achter elkaar, het liefst in het schijnsel van de maan. Je gaat als volgt aan het werk:

"Het vinden van de ware"

Neem...
• 7 druppels rozenolie
• 30 druppels amandelolie
• 2 rode kaarsen
• 2 kandelaars
• Een rood lint

Meng de rozenolie en de amandelolie en wrijf de kaarsen met het oliemengsel één voor één in. Bij de eerste kaars stel je jezelf voor dat je verliefd bent op de persoon die je gaat ontmoeten. Zeg dan:

"Ik wrijf deze kaars in en noem hem/haar mij.
De kaars is mij in alle zaken van het hart."

Wrijf nu de andere kaars in en stel jezelf het karakter voor van de persoon die je wil gaan ontmoeten. Zeg dan:

"Ik wrijf deze kaars in en noem hem de persoon uit de toekomst.
De kaars is hem/haar in alle zaken van het hart."

Zet de kaarsen nu in de kandelaars en zet ze voor het raam, ongeveer 20 cm uit elkaar. Bind de uiteinden van het lint onderaan vast, aan de voet van de kandelaars. Steek dan de kaarsen aan en stel je voor dat jij en die bewuste persoon, vrienden worden en dan een stel. Na 7 minuten zet je de kaarsen 7 cm dichter bij elkaar. Doe dit door de kaarsen te draaien zodat het lint om de kandelaars heen gaat draait. Zeg dan hardop:

"Zoals de vlammen dichterbij komen
Zo zal hij/zij ook dichterbij komen"

Blaas nu de kaarsen uit. Elke avond tot Valentijnsdag draai je de kaarsen een 7 cm dichterbij elkaar en laat je ze 7 minuten branden. Pas op dat het lint geen vlam vat. Op de avond voor Valentijnsdag zet je de kaarsen tegen elkaar aan. Zeg:

"Zoals de vlammen dichterbij kwamen
Zo zal hij/zij ook dichterbij komen"

Haal het lint weg, en steek dan de kaarsen aan. Laat ze helemaal opbranden. Bewaar het lint en de overgebleven was op een speciaal plekje tot je uiteindelijke doel is bereikt.


Vorig jaar heeft de bosnimf Dealora, na dit ritueel, een relatie gekregen met een houthakker die in het bos aan het werk was. Ze was, daags hiervoor, bij me langs geweest en had me de vraag gesteld of ik kon helpen in het vinden naar de ware liefde. Ze was al jaren alleen en had hier schoon genoeg van. Het enige wat ik kon doen was haar dit ritueel meegeven en hopen dat ze nu eindelijk eens geluk had en vond.
Een week nadat ze bij mij was geweest stond ze huilend voor mijn huisje. Ik dacht meteen aan de dag dat ze bij me was geweest en was bang dat het niet gelukt was. Toen ik haar binnenvroeg voor een kopje kruidenthee vertelde ze me, tussen het snikken door, in geuren en kleuren hoe ze haar droomprins had gevonden. De tranen biggelden omdat ze zo blij en gelukkig was.

Ze was, op de dag dat ze hem ontmoette, haar huisje aan het poetsen toen ze ineens een vreselijk geluid hoorde. Het geluid van het piepen en kraken van hout ging door merg en been. Buiten was een houthakker zijn werk aan het doen maar lette niet goed op. Bij het omhakken van de bomen werd bijna haar huisje met de grond gelijk gemaakt. Ze was naar buiten gevlogen om de houthakker zijn vet te geven maar in plaats van een ruzie of vechtpartij werd het een spontane ontmoeting, die er voor zorgde dat ze nu, zeer gelukkig samenzijn. De uitnodiging voor hun bruiloft is van de week door een witte duif gebracht.

Zo zie je maar wat een ritueel kan doen … of was het toeval??

Laat je mij weten hoe en waar jij “je ware” hebt gevonden? Kwam het door het ritueel of door iets anders?

Veel plezier en succes allemaal en geniet van elkaar.

Happy Valentine!!

Guusta Godin van de nacht
Mysteryland



De Troubadour

De troubadour vertelt de ene keer een mop, de andere keer een droevig verhaal en weer een andere keer een raadseltje. Inzendingen voor de Troubadour zijn van harte welkom trouwens. Deze keer het tweede deel van een oude sage:

De zwaneridder van Nijmegen
Een middeleeuwse sage uit Gelderland

Toen kwam er in de hoogste nood een ridder; waar vandaan wist ze niet. Nog ziet ze zijn gelaat duidelijk voor zich. Hij dook midden tussen rook en vlammen op, vlammen, die meteen weken, die als door een wonder weken. De brand legde zich, door de macht van de ridder geblust, ze weet niet meer hoe.

Ze was gered. Er was uitkomst!... Maar de droom is van de nacht, de droom is bedrog, en de werkelijkheid is anders!

Over de kantelen heen keek ze nu naar het oosten. Van daar kwam de rivier. Als een zilveren band lag ze in het landschap. Het zilver glansde in de zon. Zo glansde eens haar leven. Maar haar vader stierf en de hebzuchtigen vielen haar lastig en alle levensglans raakte beslagen.

Alleen in haar droom werd het weer licht, de werkelijkheid was grauw. Beneden liepen haar mannen als schimmen rond, verzwakt door wonden en gebrek, op onvaste benen. Straks drong de vijand binnen en was alle glorie uit. Het was zo zwaar, zo jong reeds dit lot te moeten dragen.

Alleen... de rivier, ja, die glansde nog! En de zon lichtte aan een wolkenloze hemel. Straalde die ook voor haar? De rivier kwam uit verre, onbekende oorden, en stroomde aan, en stroomde voorbij en verder, ze droeg het licht van de zon met zich mee. Dat licht sprankelde. Ook voor haar, Beatrix!

Dat licht sprankelde in duizenden vonken. Het sloeg op de rivier grote plekken blank. Hel, hel! Het licht flitste!... Die ene plek... die leek wel als sneeuw zo wit... als in een droom zo licht en zo helder... Die plek gleed!... Hoe kon dat nu?... Die plek kwam dichterbij... het waren twee plekken... de een, de voorste, wit als sneeuw... die daarachter, wat matter,... als zilver... Toverde de zon op de rivier?

Beatrix knipperde met de ogen. Droomde ze? Was dan de werkelijkheid niet overal grauw? Dit... dit... was dit om heus te geloven?... Het waren geen lichtplekken. Daar zwom een zwaan! In blanke pracht gleed hij over het water, en een bootje volgde, zilverwit. Daar stond rechtop een man in, een ridder.

Beatrix sloeg de vingers aan de mond, in verbazing; haar ogen hielden het vreemde vaartuigje vast en de man die daarin stond. Ze kreunde zacht, maar dat hoorden haar oren niet.

"Ridder!" fluisterde ze. "Ridder!"

Snel naderden vogel en man daar op de rivier. Recht en onbeweeglijk staande, zag ze. Hij droeg een zwaard, dat als goud glansde in de zon. Hij had een zilveren schild aan zijn voeten, dat droeg een dubbel, gouden kruis. Hij droeg een jachthoorn aan een fluwelen band over de schouder. Van een prachtige ring aan zijn vinger ketste stralend het licht terug op een grote diamant.

Ze zag, hoe de zwaan naar de oever zwom en de ridder aan land trad. Ze onderscheidde nu zijn trekken en herkende de ridder uit haar droom. Het geluk sloeg duizelend door haar aderen. "Ridder!" hijgde ze. "Ridder!" Toen snelde ze naar beneden toe. In de duisternis van de wenteltrap hoorde ze, hoe plotseling rondom de burcht een geweldig gerucht losbrak. Ze versnelde haar schreden. Ondernam men de laatste storm? Ze hoorde het geroep van haar mannen. Wapens kletterden. Door een venster zag ze naar buiten. De vijand drong op.

"Te wapen!" kreet ze schel. "Te wapen!"

Meteen daarop klonk een daverend hoorngeschal. De ridder blies in zijn hoorn. Ze zag, hoe hij zich in het gevecht wierp met een onstuimige drift. De zwaan vloog voor hem uit, boven het deinende strijdgewoel. Leidde de zwaan hem?

De troubadour zal volgende week het laatste deel van dit verhaal vertellen. Vindt je dat de troubadour wat lang van stof begint te worden en heb jij zelf leuke bijdragen? Twijvel niet en stuur het naar de redactie onder vermelding van 'Rubriek Troubadour'!




Bron: http://www.beleven.org

De Stad

Een nieuwe rubriek weer in de krant. Haspara behandelt op verzoek (of eigen initiatief) de ontstaansgeschiedenis van steden in kapi Regnum. Het enige wat je hoeft te doen is wat algemene informatie over je stad te verstrekken aan Haspara! Vandaag in deze reeks zal gaan over calleidum:


De stadsnaam Calleidum stamt af uit de oudheid en is waarschijnlijk afgeleid uit de oude taal, waar ‘kalos’ en ‘eidos’ respectievelijk: mooi en vorm betekende. Bij de stichting ongeveer 679 jaar voor de huidige jaartelling was het gelegen in An Isilthir, dat volgens vertellingen een nederig maar rijk land was gelegen aan een noordelijke tropenzee.

Na het voorbij gaan van de ijstijd vocht Calleidum voor zijn eigen onafhankelijk als stadsstaat en werd het opnieuw opgebouwd onder heerschappij van tweedepriester Avver de eerlijke. Sinds de opening van een landbrug naar de noordelijke eilanden groeide Calleidum uit tot een aanzienlijke handelsposten met bekendheid in een groot deel van de ontdekte wereld.

na invallen van barbaren uit het Oosten werd de heilige stad grotendeels platgebrand, geplunderd en is het tijdelijk bezet geweest. Na zijn bevrijding kwam Calleidum echter opnieuw tot bloei en staat sindsdien onder bescherming van de voormalige eilandstaten waarvoor Calleidum dient als voornaamste poort naar het grote vasteland. Heden ten dagen staat het onder gezag van heer Callum en is het een autonome zelfonderhoudende snel groeiende stadsstaat omringt door een nog jong bosrijk landschap naar de afkomst van het 'kalos eidos' waarna Calleidum werd vernoemd kan in deze tijden enkel nog gegist worden. Volgens enkele van de oudste vertellingen zou het noorderlicht ooit tot de hoogte van An Isilthir hebben gereikt, waar rond dezelfde tijd Calleidum het laatste toevluchtsoord werd van de vluchtende bevolking van een snel oprukkende zee waardoor het land werd geteisterd. vandaar dat het volkspaleis (zo men zegt), het oude stadscentrum, hoog boven de huidige volkswijken uittorent..

In de vele taveernes word echter een verhaal gezongen dat meer populariteit geniet van het gewone volk. deze gaat zo: dat ooit lang geleden ergens in een jong An Ililthiran een grote burcht (met landerijen) aan het hart van Calleidum stond. de burcht was het huis van een oude landheer die hier (na men zegt) samen met zijn dochter woonde. Op een zinderende zomerdag kwam een rijke koopman langs het kasteel rijden waar hij werd geraakt door de reflectie van de zon op een prachtige verschijning voor een van de vele ramen. hij dacht een engel te hebben gezien en smeekte de heer hierna om de hand van zijn dochter. de Heer ontkende echter een dochter te hebben, maar de koopman wist van geen wijken. hij bouwde zijn villa binnen gezichtsveld van de machtige burcht en staarde dag en nacht tevergeefs naar het raam waar hij de betoverende verschijning had gezien.

Toen op een koude winternacht de koopman geen kaarslicht zag opdoemen in de ramen van de burcht wist hij dat er iets mis was. Hij beval zijn mannen de poort van de burcht neer te slaan, maar vond na de hele burcht meerdere malen te hebben doorzocht geen enkel spoor van zijn droom.
voor vele jaren zwierf hij hierna door de wereld op zoek naar zijn engel, maar vond enkel spottende gezichten. Op het eind van zijn leven realiseerde hij zich dat hij z'n leven had opgegeven voor een hersenschim, zijn geld was op en z'n leven voorbij. Uiteindelijk stierf de man een koude dood, zichzelf doorstoken met een dolk. De kinderen uit verschillende andere huwelijken hadden zich ondertussen gesetteld in het rijke land om de villa en burcht, en zo ontstonden de grondvesten van Calleidum.

De vorm van de schone maagd spookt deze dagen nog altijd rond in het volkspaleis van de stad.




Haspara


<<< vorige Weekblad Archief volgende >>>