Inhoud
11 03 2012,
- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je Het welkomswoord en de verjaardagskalender.
- Bladzijde 2
Op de tweede pagina vind je alles over de competitie.
- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je het raadsel van de week.
- Bladzijde 4
Op de vierde pagina vind je Willie's pagina.
- Bladzijde 5
Op de vijfde pagina vind je Diana's intervieuw met..
- Bladzijde 6
Op de zesde pagina vind je het recept van de week..
- Bladzijde 7
Op de zevende pagina vind je Uit de oude doos.
- Bladzijde 8
Op de achtste pagina vind je de tips over het registeren op het forum.
- Bladzijde 9
Op de negende pagina vind je het dankwoord.
| |
Uit de oude doos
De eerste editie van ons weekblad kwam uit in september 2007, in al die jaren zijn er door vele mensen vele artikelen geschreven.
Ons leek het leuk om zo nu en dan deze oude artikelen nogmaals te publiceren.
Voor deze week hebben we een hele pagina uit editie 24 van maart 2008 geselecteerd om nogmaals te publiceren:
Dahante's rubriek
Kapianers, deze rubriek noem ik gewoon Dahante's rubriek omdat ik geen zin heb om er een bling-bling naam aan te geven. Waarover zal mijn rubriek gaan?
Wel, we spelen allemaal een economie-gerelateerd spel dat zich afspeelt in de Middeleeuwen en af en toe wordt er ook gealludeerd naar de Nieuwe Tijd. Als leerkracht geschiedenis vond ik het wel interessant jullie informatie aan te bieden die soms oppervlakkig voorkomt in het spel. Reacties, suggesties of vragen? Mail ze naar Hoogdonck!
Deze week voelde ik me erg nationalistisch en, als Belg, besloot ik dus een van de hoogtepunten van onze streken aan te halen: de Guldensporenslag.
Toendertijd bestonden het hedendaagse West-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen samen in de provincie Vlaanderen. Dit was een graafschap in het koninkrijk Frankrijk. Dat wil zeggen dat het feodaal afhankelijk was van de koning van Frankrijk, maar al sinds de kleinzoon van Karel de Grote, Karel de Kale, had de koning weinig gezag. De graaf bestuurde zijn graafschap naar eigen goeddunken en met een eigen politieke agenda.
In de 13de eeuw echter, verwierf de koning zijn gezag over zijn feodale heren terug. Hij ging in oorlog met Engeland. Halsstarrig verkoos de gaaf van Vlaanderen de kant van Engeland. Na afloop en vrede, besloot de Franse koning de graaf hiervoor te bestraffen. Vlaanderen werd onder de voet gelopen en de graaf gevangen gezet.
Zo werd de bevolking verdeeld in de Leliaards (rijke patriciërs die genoten van de nieuwe wetten van de koning) en de Klauwaerts ( de arme bevolking, aanhangers van de graaf, die benadeeld werden door de nieuwe wetten).
Pieter de Coninck kwam op voor de ambachtslui en jutte het volk op. De voogd van de koning bezette Brugge dan in maart 1302, maar de Klauwaerts o.l.v. Pieter de Coninck en Jan Breydel slachtten het leger af in wat nu de Brugse Metten wordt genoemd.
Het was duidelijk dat de koning terug zou slaan, dus de Klauwaerts en hun bondgenoten, waaronder enkele ridders en stedelijke milities, organiseerden zich tot een verzet.
In juni 1302 trok een Frans leger naar Brugge met 2500 man adellijke cavalerie, 1000 kruisboogschutters, 2000 piekeniers en 3000 andere soldaten, in totaal 8500 man met krijgservaring en zware wapens. Het Vlaamse leger bestond uit slechts 3000 man uit Brugge, 2500 man uit het ommeland, 500 man uit Ieper (+500 reserve) en nog eens 2500 man uit Oost-Vlaanderen. In het totaal slechts 9000 man, waarvan slechts 400 te paard, met weinig of geen krijgservaring.
Op 11 juli uiteindelijk stonden de twee legers tegenover elkaar. Het Franse voetvolk wilde eerst enkele beken oversteken, maar werd gedwongen terug te trekken omdat de Franse ridders zelf de Brugse Metten wilden wreken.
2500 cavalerie stormden op het boerenvolk af, maar had niet gerekend op het moraal van deze laatsten. De Vlamingen hielden halt achter de beek en wachtten daar op de ridders. Door deze actie werd de aanval van de ridders vertraagd, omdat ze eerst de beek moesten oversteken en daarna niet genoeg plaats hadden om met een charge de linies te doorbreken.
Bovendien gaven de boeren niet veel om de beleefdheidsprincipes van oorlogvoeren. Ze zetten lange goedendags neer die de paarden zouden vellen. Hellebaarden trokken dan de ridders van hun paarden, waardoor er genoeg tijd was hen te doden. Op enkele andere linies waren er wel problemen, maar de Vlaamse ridders konden deze verhelpen.
Overgebleven ridders en het Franse voetvolk werd 10 kilometer lang achtervolgd en verder aangevallen. Normaal gezien werden ridders gevangen genomen om losgeld voor te vragen, maar tevoren hadden de Vlamingen afgesproken geen oorlogsbuit en geen gevangenen te nemen. Ze vochten voor vrijheid, niet voor geld!
De volgende dag werden er zo'n 500 vergulde sporen van rijke ridder gevonden, vandaar de naam Guldensporenslag.
Zeven dagen later werd Paus Bonifatius VIII 's nachts te Rome gewekt om hem mee te delen dat voor de eerste maal in de geschiedenis een leger van bijna uitsluitend voetvolk een leger van ridders had verslagen.
Vlaanderen herwon zijn zelfstandigheid van vroeger, maar werd bij de Slag bij Pevelenberg in 1304 tijdens de onderhandelingen tot zware toegevingen gedwongen nadat die slag onbeslist eindigde. De graaf van Vlaanderen bleef onafhankelijker dan de andere Franse leenmannen, maar de Franse koning verstevigde zijn gezag en de graaf boette een deel van oude verworvenheden in.
De overwinning op de edelen droeg bij aan de groeiende macht van de burgerij. Gilden eisten, en kregen, het stadsbestuur in handen.
Naar aanleiding hiervan schreef Hendrik Conscience zijn roman De Leeuw van Vlaanderen.
Enkele punten ter discussie:
Hedendaagse Vlamingen hebben 11 juli uitgeroepen tot de Feestdag van Vlaanderen. Nochtans stonden de Waalse ridders aan de Vlaamse zijde, en de Brabantse ridders aan Franse zijde. Het is dus niet te vergelijken met vandaag.
Op http://nl.wikipedia.org/wiki/Guldensporenslag kunt u een volledigere versie lezen.
Vrees niet, Nederlanders. De volgende editie bespreek ik de Nederlandse opstand in de Tachtigjarige oorlog, een gelijkaardige vrijheidsstrijd.
Veel leesplezier.
|
|
|