|
|
<<< vorige
volgende >>>
Inhoud
Zondag 9 maart
een nieuwe krant en een nieuwe competitie!
- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je de Beursweek, Zaragoza Review en Het Onderschrift
- Bladzijde 2
Op de tweede pagina vind je alles over de nieuwe Competitie, Het Interview en Bigmamma's Kookhoek
- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je alles over het Raadsel van de Week en ook Dahantes Rubriek
- Bladzijde 4
De vierde pagina is vanaf deze editie geheel gereserveerd voor de Handelsgildes
- Bladzijde 5
Op de vijfde pagina vind je dan Het Gebouw, Het hoekje van Chanovila en ook de Moppenhoek
- Bladzijde 6 Op de zesde staat wederom De Troubadour, De wonderlijke kruidentuin en de rubriek De Stad
- Bladzijde 7 Op de zevende en laatste pagina vind je een aankondiging over een Schrijfwedstrijd en de vaste rubriek de Astronomietoren
|
|
Wensput
Het muntstuk glijdt uit mijn hand
beroert even het oppervlak
waarna de daling wordt ingezet
en het vervolgens op de bodem beland
Een wens in mijn gedachten
durf hem niet uit te spreken
bang dat hij niet uit zal komen
en het mijn pijn niet zal verzachten
De bodem ligt bezaaid met geld
teveel wensen al geuit
de hoop doet opnieuw weer leven
en toch aan niemand verteld
Op een zonnige, maar kille morgen, trof ik een klein meisje in mijn kruidentuin aan. Ik zag haar door het raam, gekleed in een smoezelig wit gewaad en op haar blote voetjes, over de rand van mijn waterput hangen.
Toen ik naar buiten kwam gelopen, schrok ze en vluchtte. In haar snelheid viel ze over de twijgenafscheiding heen en haar kleine tere lichaampje viel met een smak op de kille grond neer.
Haar witte gewaad was nog viezer geworden dan het al was en met haar kleine handjes probeerde ze het schoon te vegen. Zachtjes begon ze te snikken, toen ik naast haar kwam zitten en haar probeerde te troosten.
Ze vertelde dat ze van kwajongens uit het dorp had gehoord, dat er in mijn waterput gouden muntstukken lagen. Ze wilde er graag een paar hebben om het gezin te kunnen voeden wat veel honger leed. Ik vertelde haar dat de gouden muntstukken daar niet voor bedoeld waren, deze muntstukken zijn er met een wens van iemand ingegooid en zodra deze eruit gehaald worden, zal de wens nimmer uitkomen.
âIk zou ook wel een wens willen doen, maar dat kan ik niet zonder muntstukâ, jammerde ze. Ik haalde uit mijn geldbuidel een muntstuk tevoorschijn en drukte het in haar hand. âNu kun je een wens gaan doen en dan halen we zo wat te eten voor je en wat je mee mag nemenâ, riep ik tegen haar terwijl ik terugliep naar mijn huisje.
Toen ik me nog even omdraaide zag ik dat ze opstond en de benen nam met iets in haar hand. Ik voelde aan mijn heup en merkte dat mijn geldbuidel was verdwenen. Daar ging mijn opbrengst van de afgelopen week, verdwenen â¦. Teleurgesteld in de mens, liep ik naar de twijgenafscheiding om het weer recht te zetten en zag op de grond iets glinsteren⦠daar lag mijn gouden muntstuk. Het gouden muntstuk wat ik in de hand van het kleine meisje had gedrukt.
Ik raapte het op, liep naar mijn waterput om daar mijn zoveelste wens, samen met mijn muntstuk, in het schone bronwater te laten vallen en te hopen op betere tijden.
Mocht u nu geen wens of waterput in uw bezit hebben en toch een wens voor geldproblemen willen doen, dan kunt u de volgende spreuk gebruiken.
In deze tijd van goed en geld,
is het de som die werkelijk telt.
Niet te weinig, niet te veel, maar wel genoeg.
Als ik dat nu eens aan u vroeg?
Ik vraag de godin en ook de god.
Laat bittere armoede niet zijn mijn lot.
Ik wil u vragen mij te geven
de middelen voor een draaglijker leven.
Vragen, opmerkingen, wensen en of problemen stuur ze door en ik beantwoord ze!
Guusta Godin van de nacht
Mysteryland
|
|
De troubadour vertelt de ene keer een mop, de andere keer een droevig verhaal en weer een andere keer een raadseltje. De rubriek zal vanaf heden overgenomen worden door vaste redacteur Lord Drinkalot!
Het meisje met de adelaar.
Over glooiende heuvels en landakkers keek zij iedere morgen uit haar raam en zag de nacht verloor van de zon die telkens sterker bleek te zijn. Wat Chrissy nog niet wist, maar ik - als troubadour wel - is dat deze speciale dag een ommekeer in haar leven zou worden.
Dikke plakken met reuzel lagen op haar â zelfgebakken door haar moeder - boterham omdat haar moeder haar dunnetjes vond.
âEn ze ziet zo bleekjes!â, vertrouwde haar moeder toe aan de plaatselijke bakker, slager, kwakzalver en iedereen die in Maasbracht woonde.
Voor hen die Maasbracht niet kennen, dat is bijna België dat destijds nog gewoon bij Nederland hoorde. Eén of andere Willem â koning die zo nep is als [vul maar in] â haalde de huidige Belgen over de kling, dus daarom heb je nu België en Nederland, anders was Nederland groter en hadden Belgen nu ook Remia frietsaus. Maar dat is ter informatie.
Chrissy was een dromer. Ze sliep alleen weinig omdat elke nacht een enorme vogel in haar dromen verscheen die haar meenam in haar dromen. Tenminste, ze dacht dat het haar dromen waren. De vogel liet haar de schoonheid van de aarde zien. Samen vlogen ze over bossen, bergen, dorpen en steden en bij het ontwaken lag ze weer in haar bed. De vogel in haar dromen stond er op dat ze - ongeacht wat voor een wijsheid op zou steken van deze wereld - ze mocht nooit vertellen over hem.
Ze vertelde het toch aan haar vriendinnetjes op school over haar dromen (tegenwoordig heten die chicaâs, bitches of dinnies) en binnen de kortste keren kregen de grootste pestkoppen het ook te horen en lag Chrissy met haar hoofd in de dichtstbijzijnde waterfontein. âKomt je vogel je niet redden?â, vroeg een door veel taarten gevuld pestkopje haar.
Chrissy zei niets en liet het maar over haar heen komen. Zij wist beter. Het was geen geloof of boterham met reuzel. Zij wist het gewoon. Die grote vogel bestond! Of iemand het geloofde of niet.
De seizoenen volgden zich op en Chrissy zat in de hoogste klas van haar school. Door al het getreiter was ze haar vogel vergeten; hoewel deze zo af en toe vloog om te zien hoe het met haar ging.
âKijk eens wie we daar hebben! Het vogelmeisje!â, zei een leerling die zo dik van wildgebraad en vette ganzenlever was geworden. âChrissy was het toch? Het vogelmeisje! Juffrouwtje volgt biologie.â Met één mep sloeg haar grootste pestkop haar boeken uit haar hand. âMoet je niet boehoe roepen naar je vogel???â
Chrissy zweeg. Ze was de adelaar al vergeten maar in een seconde stond hij weer voor haar geestesoog. Dat ze met pijn in haar hart had afstand had gedaan, realiseerde ze nu pas. Haar dierbaarste boek lag open geslagen bij de adelaar. Vast niet voor niets, toch?
Ze raapte haar boeken bijeen en negeerde de pestkop.
âZe is een vogelmeisje !!!!!!!!!â, gilde de door vet gevulde pestkop.
Voor de voeten van Chrissy viel een veer. âVogeltje?â, zei ze met tranen in haar ogen? âBen jij me niet vergeten?â
Uit het niets dwarrelde nog een veer. âJe leeft dus nog?â. Tranen biggelde langs haar wangen. In een flits stond ze weer voor haar slaapkamerraam waar ze ooit de grote vogel een knuffel gaf voor hij vertrok. âIk wilde je niet vergeten, maar ik moest. Niemand gelooft dat je bestaat dus probeer ik het geheim te houden.â
Een derde veer daalde neer uit het niets. âIk heb altijd van je gehouden, dat weet jij, dat weet ik. Vraag me niet om stoer te doen, dat kan ik niet. Ik ben gewoon het meisje uit de klas.â
âJij bent meer waard!â, echode het in haar hoofd.
Naam: LordDrinkAlot
Dorp: Amsterdam-Westerpark
|
|
Een vaste rubriek in deze krant: De Stad. Haspara behandelt op verzoek (of eigen initiatief) de ontstaansgeschiedenis van steden in kapi Regnum. Het enige wat je hoeft te doen is wat algemene informatie over je stad te verstrekken aan Haspara! Vandaag in deze reeks bespreekt Haspara: Leerdam
Eens was Leerdam een stad naar alle vier de windstreken door muren, wallen, water, en poorten omringd. In 1407 ontving Leerdam het predikaat stad uit handen van heer Otto van Arkel. Aan de Lingekant verhief zich een kasteel, dat opmerkelijk genoeg niet binnen de muren gebouwd was, maar deel van de vesting uitmaakte. Het kasteel met zijn torens, de muur, de bolwerk, muizentorens en niet minder dan drie poorten moeten voor de reizigers over het water een fraai beeld gevormd hebben. Hoewel kasteel en poorten in de loop der tijd verwoest of gesloopt zijn, valt met een beetje fantasie het oude silhouet op de nu gerestaureerde Zuidwal nog wel op te roepen.
De eerste heren die we met dit gebied in verband kunnen brengen zijn die van Van der Leede. De oudste vermelding van dit geslacht dateert uit 1143. Leerdam wordt echter pas eerst in 1284 in de oude akten vermeld. Uit het geslacht Van der Leede komt het bekende geslacht der Arkels voort. De laatste Van Arkel overlijdt in 1428 en wordt in Leerdam begraven. In een zeer roerige tijd weten de Van Egmonds de heerlijkheid van Leerdam in bezit te krijgen. Eén van hen, Frederik, wordt in 1498 graaf van Leerdam en de heerlijkheid wordt een graafschap. Als prins Willem I van Oranje in 1551 met Anna van Egmond trouwt, gaat het graafschap van Leerdam met dat van Buren tot de soevereine bezittingen van de Oranjes behoren. Daarmee verwierf Leerdam zich een bijzondere positie. De inwoners betaalden geen belasting aan de Staten van Holland en zonder vergunning van de prins mocht geen krijgsvolk worden gelegerd. De keuze in 1573 voor de Hervorming kwam de stad duur te staan. Tegen een belegering van de Spanjaarden was zij niet bestand. Het kasteel werd verwoest en de bevolking moest tevens met lede ogen aanzien hoe drie mannen zonder enige vorm van proces werden opgehangen. Met de inval van de Fransen in 1795 kwamen aan de bijzondere positie van het graafschap een einde. De band tussen het Oranjehuis en de gemeente Leerdam is echter gebleven, want nog steeds is onze Koningin gravin van Leerdam.
Haspara
|
|
|
|