Inhoud
24 03 2013,
- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je Het welkomswoord en de verjaardagskalender.
- Bladzijde 2
Op de tweede pagina vind je alles over de competitie.
- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je Uit de oude doos..
- Bladzijde 4
Op de vierde pagina vind je "De blinde veiling".
- Bladzijde 5
Op de vijfde pagina vind je feitjes met een knipoog.
- Bladzijde 6
Op de zesde pagina vind je het recept van de week.
- Bladzijde 7
Op de zevende pagina vind je het raadsel van de week.
- Bladzijde 8
Op de achtste pagina vind je de tips over het registeren op het forum.
- Bladzijde 9
Op de negende pagina vind je het dankwoord.
| |
Feitjes met een knipoog.
Huisschilder
“Een huisschilder schildert huizen.”
Een huisschilder voorziet woningen en occasioneel ook andere gebouwen, zowel van binnen als van buiten van een laagje verf, dat voornamelijk beschermend, maar ook versierend kan zijn. In dat laatste geval betreedt hij het terrein van de kunstschilder, die vooral om esthetische redenen schildert. Deze redenen noemt hij dan "kunst". De kunstschilder kijkt met een wantrouwend oog naar huisschilders, omdat dezen zich op elk ogenblik tot gevaarlijke concurrenten kunnen ontwikkelen. Vooral huisschilders die ook delicater materieel zoals plinten, deurlijsten en van allerhande driedimensionele versieringen voorziene plafonds toevertrouwd krijgen, durven al eens hoger mikken. Anderzijds voelt een kunstschilder zich beledigd wanneer men hem een huisschilder noemt, omdat hij schilderijen van huizen maakt. Strikt genomen behoort deze kunstuiting immers óók tot het schilderen van huizen. Beiden kunnen dodelijk gekwetst worden door hen het etiket "kladschilder" op te plakken.
Kunstschilder
“Een kunstschilder schildert kunst.”
Een kunstschilder voorziet allerhande oppervlakten van een meer of minder geslaagde combinatie van kleuren, en geeft hiermee al dan niet de realiteit beeldend weer. De moeilijkheid om sommige van zijn producten tot kunst te rekenen maakt van de omschrijving van zijn bezigheid een hachelijke zaak. De verwarring wordt des te grote wanneer hij afbeeldingen van huizen schildert, of zijn afbeeldingen op de muur van een huis aanbrengt. Deze zonderlinge gewoonte werd geïntroduceerd door de oude Romeinen, die deze dingen "fresco's" noemden[1], en hiermee aan hun schilders duidelijk maakten dat zij zich geen illusies dienden te maken omtrent hun sociale status. Pas in de late Middeleeuwen werd overgegaan tot het gebruik van aparte panelen, die met zorg omkaderd aan de muur gehangen werden.
Kladschilder
“Een kladschilder schildert klad.”
Een kladschilder voorziet eender welk oppervlak van totaal willekeurige kleurencombinaties, daarbij in de mening verkerend dat hij zoniet tot de kunstschilders, dan toch op z'n minst tot de huisschilders kan gerekend worden. Het laatste kan hij voor elkaar krijgen wanneer zijn prijs billijk, en het huis afgelegen is. Het eerste kan hij enkel geflikt krijgen mits over een goede manager te beschikken, die het presteert om de kunstmminnende wereld wijs te maken dat zijn poulain een nieuwe en toonaangevende weg bewandelt, en dus "in" is. Deze tendens werd gelanceerd aan het einde van de XIXde eeuw, toen kunstkenners een afkeer kregen van vakmanschap, en eens iets anders wilden. De zogenaamde "abstracte" kunst sloeg gaten in een bloeiende markt, een daad van vandalisme waarvoor de onschuldige museumbezoeker zwaar gestraft wordt. Wanneer een scrupuleuze huis- of kunstschilder een belangrijke opdracht minutieus voorbereidt door eerst een kladje te maken, en dat kladje in een moment van onoplettendheid aan een buitenstaander laat zien, dan loopt hij het risico om óók als een kladschilder beschouwd te worden. Het is duidelijk dat kladschilders niet populair zijn bij huis- en kunstschilders.
|
|
|
|
|