Inhoud
15 12 2013,
- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je Het welkomswoord en de verjaardagskalender.
- Bladzijde 2
Op de tweede pagina vind je alles over de competitie.
- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je het raadsel van de week.
- Bladzijde 4
Op de vierde pagina vind je werthood verteld
- Bladzijde 5
Op de vijfde pagina vind je de tips over het registeren op het forum.
- Bladzijde 6
Op de zesde pagina vind je het dankwoord.
| |
Werthood verteld
de gestolen robijn
Ooit was er eens een handelaar , wiens naam werthood was. Overal waar hij kwam was hij aan het handelen. Bij andere handelaren op de markt, of bij bedrijfshouders in de stad, op zoek naar handelswaar of om juist wat te verkopen. Want dat was wat hij nou eenmaal deed als beroep, zo verdiende hij de kost en wist zo het brood op tafel te krijgen.
Hij reisde van stad tot stad, en wat hij in de ene stad kocht, verkocht hij weer in de volgende stad. S'nachts overnachtte hij in herbergen, at er s'ochtends een ontbijtje en ging weer op zoek naar nieuwe handel, maar hij bleef nooit langer dan zeven dagen in dezelfde stad.
Op een dag, om precies te zijn op een vroege dinsdag morgen, 13 april 1376. Werthood keek door het raam naar buiten, het was nog donker en ook behoorlijk mistig. Hij trok zijn kleren aan , pakte een notitieblok en een schrijfveer met een potje inkt van het bureau en nam dit mee naar beneden naar de grote ruimte waar s'ochtens rustig het ontbijt werd gegeten, en s'avonds veel werd gedronken en de gezelligste dorpliederen werden gezongen. Hij bestelde zijn ontbijtje, een uitsmijter met een grote kan verse melk, ook pakte hij een krant van de bar, waarna hij een plaatsje uit koos om te gaan zitten. Ondanks dat het nog heel vroeg was en het buiten nog donker was waren er al wat mensen op de been. De meesten lazen net als hemzelf de krant of aten ook hun ontbijt. De meeste mensen waren ook net als werthood op reis, om ook het brood op tafel te kunnen krijgen of wat meer van het land te zien, wat de rijkere nog wel eens deden. Er stond niet veel bijzonders in de krant, een paar kleine advertenties van de plaatselijke koopliederen en wat omroepen van de stadswacht. Werthood at het laatste stuk brood wat nog op het beschilderde bord lag op, dronk de grote kan verse melk leeg en ging op pad. Het was buiten al wat lichter geworden, al was de mist er niet minder op geworden. Her en der hingen langs de huizen wat olielampen, dus was er toch nog wat te zien op straat. Op het marktplein waren er al wat mensen aanwezig. De kraampjes werden vol gepakt met goederen uit omstreken. Grote zakken granen, mooie kwaliteits- doeken, schoenen, kleding, maar ook paarden en geiten waren er in overvloed aanwezig. De kooplieden kwamen aan te paard en wagen, en de een had een nog grotere kar dan de ander. Sommigen hadden er wel 6 paarden voor gespannen en de goederen waren hoog opgestapeld zodat men zoveel mogelijk in een keer kon vervoeren. Omdat er nog niet veel van de goederen waren uitgepakt besloot werthood eerst nog meer eventjes een ommetje te gaan maken. Opeens hoort hij een soort gefluister uit een steegje en hij blijft staan. Een donkere gestalte komt op hem afgelopen , maar blijft uit het licht. "ik hoorde dat er een handelaar was die van stad tot stad reisde , altijd op zoek naar iets unieks om te kopen.". Ja antwoordde werthood twijfelachtig, of het wel zo verstandig is hier op in te gaan. Maar wie niet waagt, wie niet wint. Hij stapt bij de donkere gestalte de steeg in en vraagt wat de mysterieuze gedaante te vertellen heeft. Uit zijn binnenzak haalt hij een fluwelen zakje te voorschijn, dichtgeknoopt met een stukje stro. De donkere gestalte maakt het zakje open en haalt er een glimmend steentje uit te voorschijn. Het is niet makkelijk te zien in de schemering van de zon maar het edelsteen is rood gekleurd. "wat is het precies" vraagt werthood, waarop wordt beantwoord. Het edelsteen wat ik hier in handen heb is een robijn. De mooiste , roodste en glanzende robijn die je ooit vinden zal en hij is voor jou voor een zacht prijsje. Even wordt het stil , alsof ze beide op antwoord wachten. Maar dan antwoord werthood "ik heb wel interesse in de steen". Maar zoveel geld heb ik niet bij me. Wat mag die steen kosten, waarop de donkere gestalte antwoord, "hoeveel heb je bij je? " een klein zakje gouden munten kwam te voorschijn. Donkere gestalte' het is niet veel, maar vooruit, deze mooiste, roodste glanzende robijn die je vinden zal voor dat zakje gouden munten. Werthood vond dit natuurlijk wel een beetje verdacht, maar een uniek object voor zo weinig geld, iets wat je niet gauw weer zou vinden, een kans die je niet gauw weer zult krijgen. Het goud wordt geruild voor de edelsteen waarna ieder zijn eigen richting gaat.
Werthood besluit terug te gaan naar de herberg, al het geld op zak is op en rond blijven lopen met een duur edelsteen is ook niet even verstandig. Onderweg naar de herberg bedenkt hij zich of het wel eens zo'n verstandige deal was. De prijs was zo laag, er moet iets achter zitten. Eenmaal in de herberg aangekomen, is het al flink wat drukker geworden. Met de robijn in zijn binnenzak liep hij naar zijn kamer op de eerste verdieping. Hij dacht dat daar de robijn wel veilig zal zijn, net als dat hij daar een grote som gouden munten bewaarde, onderin de la van zijn bureau, onder een stapel aantekeningen en notitieblokken. Werthood schoof de aantekeningen opzij en legde de robijn er onder, en legde alles weer terug zoals het lag , zodat het niet te zien was dat er iets onder lag indien er iemand toch in de kamer zou komen. De rest van de dag liep geheel gewoontjes , er werd her en der wat verhandeld en werthood besloot op tijd terug te gaan naar de herberg, om daar een maaltijd te eten, en een paar goede biertjes te drinken in de grote zaal, wat s'ochtends als ontbijt zaal diende maar wat nu als plaatselijk stamcafé diende. De sfeer zat er goed in en de avond was dan ook zo om. De volgende ochtend was het prachtig weer. De vogeltjes zongen maar er hing een gespannen sfeer in de lucht. Werthood liep over het marktplein op zoek naar handel of om iets te verkopen, met de robijn in de rechter binnen zak en in de linker een zakje gouden munten. Verderop stond een marktkraam met juwelen, de mooiste smaragden, amethisten, vuuropalen, barnstenen en meer. Opgepoetste gouden kettingen en zilveren ringen, allen ingelegd grote juwelen. Dit leek de perfecte plek om de robijn te verkopen. Wees gegroet riep hij tegen de marktkoopman. Een goede morgen zei de beste man, waar kan ik u mee helpen. Werthood "ik heb onlangs een prachtige vuurrode glanzende robijn gekocht, de mooiste die er is. De marktkoopman hoorde natuurlijk wel vaker dat men de mooiste juwelen had , want iedereen wou zijn of haar product natuurlijk het best vertegenwoordigen. Werthood haalde het fluwelen zakje tevoorschijn en haalde de robijn er uit en liet het aan de marktkoopman zien, die met verbazende ogen stond te kijken, en riep, u hebt geen woord te veel gezegd. waar heeft u deze prachtige robijn vandaan. Waarop werthood antwoordde dat hij dat niet vertellen kon. Waarop de wedervraag kwam of de man interesse had bij dit prachtige robijn. marktkoopman "ik heb inderdaad interesse bij dit robijn , ik geef u er 2 zakjes goud voor , waarop werthood lachend nee schudde. Ik wil er 5 zakjes goud voor , en anders gaat de deal niet door. De marktkoopman krabde aan zijn hoofd nadenkend of hij de robijn zal kopen of niet. De man besloot nog eens een bod te maken op de robijn, en wou er wel 4 zakjes goud voor geven. Werthood ging hier wel mee akkoord, aangezien hij er maar 1 zakje goud voor had betaald, was dit een mooie deal en vrolijk liep hij weg met het goud in de binnenzakken van zijn jas. Net toen hij de laatste marktkraampjes langs liep kwamen er gewapende mannen te paard het marktplein opgedonderd, het waren de stadswachten. Ze riepen iets over een robijn, een fel rode glanzende robijn. Deze was gestolen van de hertogin , het was ook allemaal te mooi om waar te zijn. Maar de stadswachten waren zo woest , dat het werthood niet echt verstandig leek iets vertellen, bang dat hij er niet zo best vanaf zou komen. Hij haastte zich naar de herberg , haalde zijn spullen, betaalde de rekening, een 4 gouden en 2 zilver munten. Pakte alles in de huifkar en verliet de stad, hopend dat hier verder geen narigheid van zou komen, op weg naar het volgende stad, niet wetend wat daar te wachten staat.
met vriendelijke groet
uw groothandelaar werthood
|
|
|