Editie 45 | Bladzijde 6 12. feb 2025 AD
<<< vorige  


Inhoud


Zondag 20 Juli

weer een nieuwe editie
lees rustig het nieuwe dagblad eens door!

- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je Het Onderschrift en de Moppenhoek

- Bladzijde 2
Op de tweede pagina vind je alles over de Competitie

- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je alles over het Raadsel van de Week

- Bladzijde 4
Op de vijfde pagina kan je lezen over de stallingen, Bigmamma's Kookhoek en ook je eigen horoscoop

- Bladzijde 5
Op de zesde staat wederom De Troubadour,Het Interview en de rubriek De Stad

- Bladzijde 6
Op de zesde staat het sprookje


Het wonderbare vlas



In het jaar 1270 riep de Franse vorst Lodewijk de Heilige voor de tweede maal tot de kruistocht op. Eén van de vele ridders die hem volgden was ridder Aelbert uit Utrecht. Zo vol van het heilig vuur was deze jongeman, dat hij zijn geliefde, jonkvrouw Agniet, eenzaam en treurig achterliet. Doch zoals een kuis meisje betaamde, liet zij zich niet in met andere vrijers, en wachtte zij geduldig op de terugkomst van haar ideaal, Aelbert.

Nu was er in Utrecht een snoodaard, Wulfert genaamd, die te laf was om het land waar de Verlosser was gestorven aan de klauwen der heidenen te ontrukken, en die reeds lang een oogje had op de beminnelijke Agniet. Toen dan de vrome Aelbert het kruis opgenomen en het zwaard omgord had, zag deze gluiperd zijn kans schoon.

Hij stond op goede voet met de bisschop, die er ook geen heil in had gezien Jeruzalemwaarts te trekken, en die trouwens genoeg te stellen had met de Utrechtse ambachtsgilden, en de Hollandse graaf Floris. Samen oefenden zij een lichte drang uit op de vader van de jonkvrouw. Deze hoefde er niet lang over na te denken. Wulfert was een goede partij, wel voorzien van materiële zaken, en Aelbert, zo hij ooit iets betekend had, was weg en zou waarschijnlijk nooit wederom komen. Opgewekt deelde hij het heuglijke nieuws aan zijn dochter mee. Deze verbleekte terstond. Tranen welden uit haar blauwe ogen. Niet Wulfert. Niet die wrede sluwaard. Neen, nooit zou ze zich met hem willen verbinden. Wachten wilde ze op Aelbert. Haar Aelbert. En wanneer het God goeddunkte hem in de strijd voor Zijn Zoon tot zich te nemen, dan zou zij Zijn bruid worden. Maar Wulfert? Nooit! Smekend omklemde zij haar vaders knieën. De oude man was eerst wat beduusd, doch hij zag geen reden van zijn standpunt af te wijken. Er waren bovendien reeds berichten uit Marseille gekomen, dat de kruisvaardersvloot bij Tunis in de handen van zeerovers was gevallen. Aelbert was al lang verkocht als slaaf, of verdronken of afgemaakt door het kromzwaard der Saracenen.

Doch zijn dochter bleef aandringen. "Laat mij dan," zo fluisterde zij ootmoedig, "eerst het vlas afspinnen, dat zich om mijn spinrokken bevindt. Daarna zal ik Wulfert mijn ja-woord geven." Zo vermurwde zij haar vader. "Ach," dacht deze, "zij zal tot rust komen en inzien dat mijn besluit het beste voor haar is." En hij stemde toe in deze wonderlijke gril. Opgelucht begaf Agniet zich naar haar vertrekken en zette zich aan haar arbeid. Welk een wonder! Hoe zij ook spon, het vlas wilde maar niet opraken. Vele malen trad haar vader haar kamer binnen; zij bleef doorspinnen. Vele malen verscheen Wulfert aan de voordeur; zij spon. Haar gedachten waren slechts bij haar geliefde in het verre heidenland, en ondertussen spon zij.

Uiteindelijk werd haar beproeving beloond. Op een kille lenteochtend verscheen een uitgemergelde en afgematte Aelbert aan haar venster. Met ingetoomde vreugde viel zij hem om de hals. Haar ridder.

Met enkele soepele bewegingen eindigde zij haar taak. En zie, het vlas, waar maar geen einde aan had willen komen, was nu plotseling op.

Aelbert, vermoeid als hij was, daagde terstond de vermetele Wulfert uit tot een tweegevecht, en doodde hem met één slag van zijn edel zwaard. Groot was de vreugde der geliefden. Niets stond hun samenzijn nu nog in de weg. Enig tijd later traden zij in het huwelijk.

En nog wijst men in de steeg bij het Sint-Geerdenklooster de woning der trouwe bruid aan, tot voorbeeld aan alle Utrechtse maagden.

* * * EINDE * * *






Moppenhoek

De Belgische Tom Tom:
"Ehhh, awel... u had eigenlijk de vorige afslag rechtsaf gemoeten."

Tour de France
Riccardo Ricco heeft het aan zichzelf te danken dat hij betrapt is op het gebruik van doping. Wanneer je in de Tour de France in een bolletjestrui gaat rondrijden vraag je erom...

Golfer
Golfer: "Dit is wel de slechtse golfbaan waarop ik ooit heb gespeeld!"

Zijn caddy: "Eh, dit is niet meer de golfbaan hoor. Daar zijn we al een uur vanaf!"

alcohol
"Ik drink eigenlijk maar bij twee gelegenheden alcohol."

"Zo, dat is mooi! Wanneer is dat dan?"

"1. Als ik vis gegeten heb... en
2. Als ik geen vis gegeten heb!"



Wit lijkt verloren te staan, maar kan nog een remise behalen. Hoe?

De oplossing kan je volgende week lezen in de krant.

bassjunk


<<< vorige Weekblad Archief