Binnen de stad
De berichtgeving gebeurde tijdens de middeleeuwen haast uitsluitend mondeling.
Mensen, die nieuws brachten, waren meestal vreemdelingen die de steden en dorpen toevallig aandeden: pelgrims, jongleurs, minstrelen, straatzangers en kooplieden.
Men ontmoette hen vooral in middeleeuwse herbergen.
De stadsbesturen maakten door middel van omroepers hun besluiten aan de bevolking kenbaar.
Dit gebeurde meestal voor het gemeentehuis. Besluiten van het stadsbestuur werden ook vanuit een speciale erker van het stadhuis bekend gemaakt.
Voor het aanhoren van deze berichten werden de burgers vooraf uitgenodigd door omroepers, klokgelui of door een aankondiging in de kerk.
Voor of tijdens de kerkdienst werden de gelovigen op de hoogte gebracht van geboorten, huwelijken, overlijdens en ook wel van meer wereldse aangelegenheden.
De rondreizende kooplieden konden vanzelfsprekend heel wat nieuws uit verre streken mededelen. Dat nieuws werd voornamelijk verzameld op de markten.
Dat het belangrijke nieuws zich in de Middeleeuwen sneller verspreidde dan je zou denken, was dikwijls te danken aan de kooplieden.
De koopman is steeds zeer geïnteresseerd geweest in een snelle informatie, want dit kan invloed hebben op zijn handelsbelangen.
Rondreizende speellieden, zoals jongleurs, minstrelen, straatzangers of troubadours, waren er al in de 8ste eeuw.
Zij zongen de berichten of vertelden ze.
Zij kunnen in zekere zin de rondreizende journalisten van de middeleeuwen worden genoemd. Zij vertelden immers nieuws uit andere steken en zongen historische volksliederen,
waarin de heldendaden van grote tijdgenoten werden verheerlijkt: veldslagen, verdragen enzovoort.
De plaats waar zij hun kunsten vertoonden of nieuwtjes vertelden was in de herberg.
Jongleurs vertoonden kunsten meestal op het marktplein.
Middeleeuwse pelgrims vertelden van nieuws uit verre landen. Duizenden pelgrims ondernamen lange reizen.
De drie belangrijkste pelgrimsoorden waren Jeruzalem, de hoofdplaats van het Heilige land, Rome, de hoofdplaats van de Westerse Christenheid en Santiago de Compostela in Spanje.
De pelgrims werden door de kerken en door de middeleeuwse vorsten beschermd; dikwijls reisden zij met een vrijgeleide. Dat de bedevaartgangers (pelgrims) na hun lange voetreizen bij hun terugkeer heel wat informatie meebrachten, ligt voor de hand.
Buiten de stad
Het overbrengen van berichten op verre afstand gebeurde vooral te paard. Er bestond geen goed geregelde berichtgeving.
Een middeleeuwse bode te paard legde gemiddeld 10 km per uur af. Vooral in de vroege middeleeuwen was reizen gevaarlijk.
Kooplieden reisden vaak in groepen en waren gewapend.
Vorstelijke gezantschappen werden vergezeld door gewapende lijfwachten. De vorstenhoven hadden contact met elkaar door middel van gezanten of bodes.
Zij brachten de berichten in briefvorm over. Zij waren de allereerste postbodes.
|
