Inhoud
9 November,
En men zegt dat maanden met een 'r'
goede mosselmaanden zijn!
- Bladzijde 1
Op de voorpagina vind je Het Onderschrift en de verjaardagskalender
- Bladzijde 2
Op de tweede pagina vind je alles over de Competitie
- Bladzijde 3
Op de derde pagina vind je alles over het Raadsel van de Week
- Bladzijde 4
Op de vierde pagina vind je de stallingen, Bigmama's kookboek en het gezegdehoekje
- Bladzijde 5
Op de vijfde pagina vind je het interview en een kijkje in pleasantville
- Bladzijde 6
Op de zesde pagina nemen we een kijkje in de herbergen
|
|
Herbergen
Met de aankomende wintermaanden, het koudere en gure weer, zal men 's avonds menig mens in de huiselijke warmte van een herberg terugvinden.
Ieder met zijn eigen reden. Van vriendschappelijke gezelligheid tot het verdrinken van geldproblemen omdat men thuis de nodige verwarming niet kan veroorloven.
Niet iedereen kan zich voorstellen hoe het in deze herbergen was en het er aan toe gat. Vandaar een korte schets.
![](http://www.historisch-openluchtmuseum-eindhoven.nl/middeleeuwen/Brabant/illustraties/herberg/kopjes-147.jpg)
Herbergen bestaan al sinds mensenheugenis.
Uit de bijbel kennen we het verhaal van Maria en Jozef die onderdak probeerden te vinden in een herberg.
De Romeinse schrijver Tacitus roemde de gastvrijheid van de Germanen. Herbergen in deze streken zullen door de Romeinen zijn geïntroduceerd.
De vele troepen die door West-Europa reisden hadden onderdak nodig. Na de troepen kwamen de handelaren en de militaire boodschappers. Ook zij zochten onderdak, proviand en verse paarden.
Het woord herberg is samengesteld uit de woorden Heir en Berg. Een heir is een leger,en een berg een bergplaats.
![](http://www.historisch-openluchtmuseum-eindhoven.nl/middeleeuwen/Brabant/illustraties/herberg/groot/a-van-ostade.jpg)
|
|
Pas van de 9e eeuw weten we weer wat over onze streken en herbergen. Kloosters hebben de god-delijke plicht om reizigers en armen hospitaliteit te verlenen, onderdak en leeftocht en eventuele verzorging.
Naast kloosters waren er commerciële herbergen en particulieren die hun huis openstel- den. Kloosters waren bij tijd en wijle terughoudend in het openstellen van hun ruimte, omdat er waar- schijnlijk nauwelijks een vergoeding tegenover stond. Dit was wel anders in de échte herbergen. Op het tijdelijk huisvesten van geboefte stonden strenge straffen. Dat je je gasten niet goed kende was van ondergeschikt belang, je moest grote moeite doen om aannemelijk te maken dat je uit goeder trouw had gehandeld. Een behoorlijk risico voor een herbergier. Over de plattelandsherbergen is minder bekend. Het zal er haast wel informeler aan toe zijn gegaan, want de sterke arm der wet had er minder grip.
![](http://www.historisch-openluchtmuseum-eindhoven.nl/middeleeuwen/Brabant/illustraties/herberg/groot/de-vioolspeler-a-van-ostade.jpg)
Reizen in de 9e tot en met de 13e eeuw was een gevaarlijke aangelegenheid. Maar het aantal reizigers nam toe: adel met hun gevolg, kruis- vaarders, pelgrims, studenten (de universiteiten kwamen op) en dergelijke.
Muzikanten, zangers en handelslieden maken het compleet. Sinds de islamitische overheersing van de Middellandse Zee was de intercontinentale handel over zee onmogelijk geworden. De handel binnen Europa echter bloeide op. De opleving van handel en ambacht, samen met de opkomst van de steden
doet de Poorter of Burger ontstaan. Waren er eerst de enorm rijke grootgrondbezitter en de boeren met bijna geen geld; nu ontstaat er een soort middenstand die er geen been in ziet het geld te laten rollen. De
feesten en gelagen, aangericht door gilden in de herberg, waren beroemd en berucht.
De Herbergier
De waard zal populair zijn geweest onder liefhebbers van wijn en bier (gedestil- leerd bestond nog bijna niet), onder feestgangers, gokkers en gezelligheids- zoekers. Voor anderen was de waard de verzekering van een veilige slaapplaats, proviand en verse paarden. Voor velen was de waard een bron van informatie. In zijn herberg kwam het nieuws van alle reizigers bij elkaar, waar onder ook die van herauten en boodschappers van de koning. Tel daarbij dat in de herberg de tongen wat losser werden door de alcohol, dan heb je in de herbergier de huidige televisie, radio, internet en krant verenigd.
De herberg kende natuurlijk ook zijn keerzijde. Mannen verdronken het huishoudgeld en maakten
gokschulden. Dronkenschap en frustratie leidden makkelijk tot
vechtpartijen met gewonden en zelfs doden tot gevolg. Vloeken en schertsen met de kerk en adel, prostitutie, misdaad en liederlijkheid waren ook zaken die vaak met de herberg in verband werden gebracht.
De Herberg
Uit bronnen van de late middeleeuwen blijkt dat er allerlei verschillen waren tussen herbergen. Het verschil tussen stad en platteland is al genoemd, maar er waren ook herbergen waar je alleen kon overnachten (droge herbergen), terwijl men in natte herbergen ook kon eten en vooral drinken. Sommige herbergen waren ‘gesloten’ herbergen, bijvoorbeeld studentenhuizen waar willekeurige gasten niet welkom waren. Deze studentenherberg kende ook een waard en er werd eten en drinken geserveerd. In rechtsbronnen wordt vaak gesproken over goede en kwade herbergen. In de kwade herberg kon men prostituees vinden en kon men gokken. Goede herbergen konden daarentegen rekenen op gegoede klanten, zoals de vaak hoge gasten van het stadsbestuur, het stadsbestuur zelf en gilden.
Al in 1515 werd gewag gemaakt van herberg 'In den Hert' aan de Heuvel in Tilburg. Aangezien men destijds niet beschikte over een raadhuis gebruikte men deze herberg ervoor. 'In Den Hert' was overigens eigendom van de schout.
![](http://www.historisch-openluchtmuseum-eindhoven.nl/middeleeuwen/Brabant/illustraties/herberg/groot/Boerenbruiloft-pieter-breug.jpg)
Een goedkoop gebak dat vaak op feesten werd gebruikt heet ook wel Labay. In de loop der tijd is het woord synoniem geworden voor het feest zelf. Deze werden vooral bezocht door jongeren. Deze feesten werden gehouden in samenhang met een huwelijk, vrijgezellenavond of zelfs een begrafenis. Dat het er wild aan toeging was reden voor de autoriteiten om ertegen in het geweer te komen. Niet dat dat hielp...
In de dorpen was het gebruikelijk dat de jonge vrouwen zich op de lange winteravonden bezig hielden met spinnen. Was er nu een trouwfeest in het verschiet dan repten de ongetrouwde vrouwen zich met spinnewiel onder de arm naar de herberg of het huis van een bekende om daar garen te spinnen voor de kleding van het bruidspaar. Al gauw doken dan de jongemannen op om een praatje te komen maken, muziek te maken en te dansen. De rest laat zich raden. Deze feestjes werden ook wel spinnighen genoemd. Spinster werd een naam voor een ongetrouwde vrouw, maar dan wel in de ongunstige of ondeugende zin.
Het werd zelden vast gelegd hoe vroeg een herberg openging. De sluitingstijden waren over het algemeen belangrijker en lagen tussen de 21:00h en 23:00h. In de winter zal de herberg eerder dicht zijn gegaan dan ’s zomers. Te laat dicht gaan betekende meer overlast van dronken lieden op weg naar huis. Bepaalde gezagsdragers – zo werd vastgelegd – mochten (of beter gezegd ‘moesten’) na sluitingstijd nog getapt worden. Zolang deze in de herberg aanwezig waren zullen de gewone burgers zich van de sluitingstijden ook weinig aangetrokken hebben. Er mocht niet geschonken worden als er een mis gaande was in de nabij gelegen kerk. In sommige gevallen mocht het echter weer wél, maar dan maar één pot bier per gast. Bier was drank nummer één, maar wijn was een goede tweede.
Voor reizigers die bleven overnachten (dat wil zeggen, zij die niet uit hetzelfde dorpje of stadje kwamen als waar de herberg gevestigd was) gold trouwens de sluitings- tijd niet. Zij konden te allen tijde vragen om onderdak, eten en drinken (bier dus).
Heyst on the Hill