De wind blies straf langs mijn lichaam. Nadat de zomer werd vervangen door de herfst, kleedde ik me ook warmer aan en was het spelen, zingen en dichten op pleinen veel lastiger. Niet dat ik NIET van de herfst hield. Ik durf te beweren dat ik er dol op ben. Al die kleurschakeringen in de natuur zijn onvervangbaar en ieder jaar anders. Buiten dat: zo heb je een zachte herfst, milde of gure herfst. Die laatste schijnen we dit jaar mee te maken. Hoewel ik enkele dagen heb mogen meemaken dat ik van de zon heb mogen genieten. Met mij natuurlijk vele anderen.
Aan een tafeltje in een herberg van de Stad Chanovile, zat een wat oudere heer op een stuk perkament te schrijven. Ik vroeg of mocht aanschuiven, aangezien de rest van de herberg vol zat en ik niet aan de bar wilde zitten.
"Indien U me niet stoort tijdens het schrijven, gaat gerust U gang", zei hij en nam een slok mede dat naast zijn potje inkt stond.
Ik ging zitten en trachtte mee te lezen.
"U mag het lezen als het af is!", bromde hij.
Ik voelde me betrapt en toch zag dat hij glimlachte. Wellicht kende hij de nieuwsgierigheid van deze rare troubadour wel. Aan tafel verscheen Chanovile zelf: "U wilde iets bestellen?".
Voor mezelf nam ik een goed glas wijn en voor mijn tafelgenoot, die mij een plaats had aangeboden aan zijn tafel, een beker mede. En ik had trek in de stamppot van de dag: Iets met knollen, stond er op het bord geschreven.
"Het is af", zei de heer die tegenover me zat en gaf mij het stuk perkament.
November
Het regent en het is november;
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt.
En in de kamer, waar gelaten
Het daaglijks leven wordt verricht,
Schijnt uit de troosteloze straten
Een ongekleurd namiddaglicht.
De jaren gaan zoals zij gingen,
Er is allengs geen onderscheid
Meer tussen dove herinneringen
En wat geleefd wordt en verbeid.
Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan de tijd;
Altijd november, altijd regen,
Altijd dit lege hart, altijd.
J.C. Bloem
Het eten en het drinken kwam op tafel. "Laten wij samen het glas heffen en genieten van een gezonde maaltijd!", zei ik en voegde de daad bij het woord.
|